e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opglabbeek

Overzicht

Gevonden: 5774
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bazige vrouw gendarme (fr.): Van een wat overmatig struis vrouwmens wordt wel eens gezegd: Det is ein echte zjendermekweekster  zjenderm (Opglabbeek) Brutaal en bazig manwijf III-1-4
bebroed bevrucht ei bebroed (bijvgl. nmw.): bǝbrēi̯t (Opglabbeek) [N 19, 54c] I-12
bebroed onbevrucht ei rot ei: rot ęi̯ (Opglabbeek) [N 19, 54b] I-12
bed bed: beͅt (Opglabbeek), be̝ͅt (Opglabbeek), Midden in böd ligke: het grootste voordeel aan zijn kant krijgen Ein böd(de) koots: beddekoets Eine bödpòngel: schertsend voor slaapgenoot Eme(s) van böd op struuj helpe: van de regen in de drup helpen  böd (Opglabbeek), kooi: kuuj (Opglabbeek) bed [RND], [ZND A1 (1940sq)] || bed als slaapplaats III-2-1
beddenhemel hemel: heeməl (Opglabbeek), hīēmel (Opglabbeek) Houten overkapping met een gordijn boven een ledikant (troon, hemel) [N 79 (1979)] III-2-1
bedelaar bedelaar: er woare drie minsen die de bèdelèr hauwe gezien (Opglabbeek), schooier: schuier (Opglabbeek), sjūūjər (Opglabbeek) de arme persoon die rondgaat of ergens zit om aalmoezen te vragen [schooier, bedelaar, klopper, rondloper, stuper, skurriekrijger] [N 89 (1982)] || Er waren drie mensen die de bedelaar hadden gezien [ZND 46 (1946)] || leurder [ZND 28 (1938)] III-3-1
bedelen bedelen: bedelen (Opglabbeek, ... ), schooien: sjy(3)̄i̯ə (Opglabbeek) Het vragen van een moerloze zwerm om een plaats bij een naburig volk. Wanneer een zwerm moerloos blijft, is hij praktisch ten dode opgeschreven. Eén van de mogelijkheden tot overleven is een plaats te vragen bij een andere zwerm. Eeckhout (pag. 129) zegt dat haar informanten het begrip bedelen bij bijen als onbestaand beschouwen. Dit verschijnsel noemen zij roven. [N 63, 61b] || kent ge het woord schooien ? (uitspraak + betekenis) [ZND 42 (1943)] II-6, III-3-1
bedelmonnik spekpater: spékpāātər (Opglabbeek) Een bedelmonnik [sopbroêder]. [N 96D (1989)] III-3-3
bederven, gezegd van pekel te zwak: tǝ swāk (Opglabbeek), verschalen: (de pekel) vǝršǫlt (Opglabbeek) De zoutoplossing kan bederven doordat te veel bloed uit het vlees trekt en zich met de pekel vermengt. [N 28, 109; monogr.] II-1
bedevaart bedevaart: bèvert (Opglabbeek), ein bêvert (Opglabbeek) Een bedevaart, pelgrimstocht, pelgrimage [beevaart, bèèvert, bidvaart, beeweg, beevaart, begankenis]. [N 96C (1989)] || Een bedevaart. [ZND 21 (1936)] III-3-3