e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opgrimbie

Overzicht

Gevonden: 2062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lam lam: lamp (Opgrimbie), lā.m (Opgrimbie, ... ), lā.mp (Opgrimbie), lammetje: lɛmkǝ (Opgrimbie), schaapje: sxø̄pkǝ (Opgrimbie), šøpkǝ (Opgrimbie) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] || lam [ZND 01 (1922)] || ze is lam [ZND 29 (1938)] I-12, III-1-2
lammeren lammen: lamǝ (Opgrimbie) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12
lamp lamp: lamp (Opgrimbie, ... ) lamp [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-2-1
lampenpit wiek: w‧ēk (Opgrimbie, ... ) De lampepit (ook wiek geheeten; Fr. mèche) [ZND 17 (1935)] || lampepit [ZND 01 (1922)] III-2-1
land land: lant (Opgrimbie, ... ) land [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-3-1
landrol wel: wɛl (Opgrimbie) De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2
lang leven lang leven: znd 30, 15;  lang leeve (Opgrimbie) lang leven [ZND 30 (1939)] III-2-2
lange broek lange broek: ən laŋ brōk (Opgrimbie) lange broek (hoe heet ...?) [ZND 22 (1936)] III-1-3
lange neus lange neus: laŋ nās (Opgrimbie) een lange neus [ZND 39 (1942)] III-1-1
langen langen: Geven, aanreiken.  langə (Opgrimbie) Is bij u een werkwoord langen bekend? Schrijf de juiste betekenis tussen haakjes achter de dialectuitspraak (geven, nemen, overreiken enz.). [ZND 37 (1941)] III-1-2