e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opgrimbie

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tros vruchten bussel: bussel (Opgrimbie), tros: tros (Opgrimbie) tros [ZND 32 (1939)] I-7
trots groots: gry(3)̄ətš (Opgrimbie), gryətš (Opgrimbie) groots [ZND 24 (1937)] III-1-4
tuieren tuieren: tuieren (Opgrimbie) Een koe of geit laten grazen aan een touw dat met een paal in de grond bevestigd is. Men doet dit om het af te grazen stuk grasland te beperken. [N 3A, 14h; N 14, 71; L 27, 5; A 17, 20; JG 1c, 2c; Vld.; monogr.] I-11
tuierpaal stap: stap (Opgrimbie) De tuierpaal is een houten of ijzeren paal die men met de tuierhamer in de grond slaat en waaraan de koe of geit wordt vastgebonden. [N 14, 72 en 73a; N 3A, 14h; JG 1c, 2c; L 40, 21a; L B2, 286; A 17, 20; monogr. add. uit N 14, 71] I-11
tuin moestem: m‧ōsəm (Opgrimbie), hof = geisoleerd: hofstede  m‧ōsəm (Opgrimbie) hof [ZND 01 (1922)], [ZND 04 (1924)] III-2-1
tuinkervel kelver: kelver (Opgrimbie) kervel [ZND 01 (1922)] I-7
tweede klaversnede kleezaad: klīzōt (Opgrimbie) Zoals het nagras meestal van betere kwaliteit is dan de eerste snede, zo is ook de tweede snede klaver een gezochte soort groenvoer. Vergelijk aflevering I.3, paragraaf 6: Nagras. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [JG 1c, 2c; monogr.] I-5
tweede luiden voor de mis trumpen: kwartier voor aanvang, alleen met klepel  trømpə (Opgrimbie) Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de tweede maal hoort? [ZND 36 (1941)] III-3-3
tweeling tweeling: twīəlen (Opgrimbie), twīərleŋ? (Opgrimbie), twîêleng (Opgrimbie) tweeling [ZND 08 (1925)], [ZND 11 (1925)] III-2-2
twijg wisje: weškǝ (Opgrimbie) Vaak wordt in plaats van een zweep ook een twijg gebruikt om het paard aan te vuren. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10