e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opgrimbie

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wit stervormig vlekje op het voorhoofd ster: star (Opgrimbie) Witte plek op het voorhoofd van donkerharige paarden, niet groot maar van verschillende vorm als rond, ovaal e.d. Een ster is iets groter dan een kol. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b; N 8, 27a; S 27] I-9
wit van het ei wit: wet (Opgrimbie) [JG 1b, 1c; monogr.] I-12
witte kool kabots: kəbotsə (Opgrimbie), wit moes: wet mōs (Opgrimbie), witte kool: witte kool (Opgrimbie) [Goossens 1b (1960)] [Lk 05 (1953)] I-7
witte kwikstaart kwikstaart: kwekstart (Opgrimbie, ... ) kwikstaart [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-4-1
woede gift: gof (Opgrimbie) gift (woede) [ZND 01 (1922)] III-1-4
woensdagx goensdag: gōnzdəx (Opgrimbie) woensdag [ZND 10 (1925)] III-4-4
wolfsgebit, gebroken gebit stang: staŋ (Opgrimbie  [(met beugel in)]  ) Dit bit, gebruikt om moeilijke paarden te beteugelen, heeft een stang die in het midden scharniert. Het wordt vooral gebruikt bij rijpaarden. Op verscheidene plaatsen heeft dit soort bit kennelijk geen aparte naam. Dit wordt uitdrukkelijk gemeld voor: Q 80, 152, 162, 182. Er bestaan ook wolfsgebitten met een beugel in het midden om moeilijke paarden te beteugelen. De namen voor de twee types worden niet strikt uit elkaar gehaald. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 43] I-10
wonde wonde: won (Opgrimbie) een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)] III-1-2
wonen wonen: wūənə (Opgrimbie) wonen [ZND 08 (1925)] III-2-1
woonkamer, huiskamer kamer: ka͂mər (Opgrimbie) huiskamer [ZND 12 (1926)] III-2-1