e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opgrimbie

Overzicht

Gevonden: 2062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jood jood: jot, jodə (Opgrimbie, ... ), jøt (Opgrimbie, ... ) Een jood, twee joden, [ZND 27 1938)] || Een jood, twee joden. [ZND 27 1938)] || jood [ZND 01 (1922)] || Jood. [ZND 01 (1922)] III-3-1, III-3-3
judas judas: jydas (Opgrimbie), ənə jy(3)̄das (Opgrimbie), jydasse  jy(3)̄das (Opgrimbie) Een Judas (uitspraak van j als in ja? of zj als in Frans Jean?). [ZND 27 (1938)] || Judas. [ZND 01 (1922)] III-3-3
juffrouw juffrouw: jofroͅw (Opgrimbie, ... ), jófroͅw (Opgrimbie) juffrouw [ZND 01 (1922)], [ZND 27 (1938)] III-3-1
jurk kleed: ei blaw kleid (Opgrimbie), ketoene kleid (Opgrimbie) blauw kleed [ZND 32 (1939)] || Een katoenen kleed. [ZND 41 (1943)] III-1-3
kaal duivenjong kakjong: kàkjoŋk (Opgrimbie) Kaal duivejong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
kaam kaam/kamen: k ̇ǭm (Opgrimbie), kø̄m (Opgrimbie), kø̜̄m (Opgrimbie) Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.] II-2
kaantjes krappen: krapə (Opgrimbie), krábə (Opgrimbie) Hoe heten de vetklonters, die overblijven, als runds of varkensvet wordt gesmolten? (kaan) [ZND 02 (1923)] || kanen [Goossens 1b (1960)] III-2-3
kaatsen prikken: heet hier: prekke; ene prekballek  prekke (Opgrimbie) Kent u het werkwoord kaatsen (met de bal)? [ZND 41 (1943)] III-3-2
kabouter alvermannetje: āvərmenəkə (Opgrimbie), ən āvermenəkə (Opgrimbie), zeldzaam  āvərmɛnəkə (Opgrimbie) Een kabouter (klein mannetje uit de sprookjes). [ZND 27 (1938)] || Kabouter. [ZND 01 (1922)] III-3-3
kachel, stoof stoof: st‧ōͅf (Opgrimbie, ... ) kachel, stoof [ZND 01 (1922)], [ZND 04 (1924)], [ZND 22 (1936)] III-2-1