e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opheers

Overzicht

Gevonden: 2005
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gat in een klein dakschild uilekot: ø̄lǝkūu̯ǝt (Opheers) In het kleine dakschild (boven de korte gevel) van een schilddak treffen we vaak een gat (soms een luik) aan om de zolder te beluchten en te belichten. De benamingen zijn vaak, vanwege functionele overeenkomst, dezelfde als voor het venster onder een dakwelving (zie dat lemma, 4.2.13). [N 4A, 45a; N 4, 26c] I-6
gat, opening kot: kut (Opheers) gat (znw enk) [N 26 (1964)] III-4-4
gat, opening (mv) koters: kutərz (Opheers) gaten (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-4
gebakje pat-tje: Syst. Frings  pátekə (Opheers) Gebakje (buntje, taartje, gatoke?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebakken aardappelen gebakken patattenschijfjes: Syst. Frings  gəbakə pətatəskɛfkəs (Opheers) In schijfjes gebakken aardappelen (erpel in de pan, kosjes, petatteschijfkes?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebit gebeet: gǝbēt (Opheers) Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] I-9
gebreide kous strikkous: vgl. koos  strikoos (Opheers) breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)] III-1-3
gebreide wollen muts gestrikte muts: gəstreͅktə mutz (Opheers), gəstrikdə mŭts (Opheers), muts: mutz (Opheers), poldermuts: pŭldərmuts (Opheers) muts van wol (gebreid) voor kinderen [N 25 (1964)] || vrouwenmuts, zwarte, dikke gebreide ~ [N 25 (1964)] III-1-3
gedrukt gedouwd: gǝdǫu̯t (Opheers) Een slecht passend tuig - vooral het gareel bij het trekken - drukt door op de huid. Het paard krijgt drukwonden en vlekken. Vgl. het lemma ''witte vlekken'' (7.34). [N 8, 94b] I-9
geerakker kortvoren: kǫt˲vō ̞ǝrǝ (Opheers) Onder een geerakker wordt hier verstaan dat deel van een akker dat gerend geploegd moet worden als de akker niet de vorm van een rechthoek of een parallellogram heeft. De benaming voor dit onderdeel is niet zelden ook op de gerende akker in zijn geheel toepasselijk. Opgaven die duidelijk de (geometrische) vorm of een scherpe hoek van een akker bleken te betreffen, zijn in dit lemma echter niet opgenomen. Zie verder ook het volgende lemma. [N 11, 4b + 64; N 11A, 127 + 137f + 137g; N P, 1; A 33, 9 add.; A 33, 10; JG 1a + 1b; JG 2b-4, 7; monogr.] I-1