21465 |
gemeente |
gemeente:
gəmejntə (L371p Ophoven)
|
gemeente [ZND m]
III-3-1
|
21718 |
gemeentebelasting |
gemeentelast:
gemeintelast (L371p Ophoven)
|
de belasting die slechts voor één gemeente of stad geldt [octrooi, binnenboek, gemeentelasten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21705 |
gemeentesecretaris |
secretaris:
sikketaris (L371p Ophoven),
sik:
sik (L371p Ophoven)
|
het hoofd van de secretarie [administratie] van een gemeente [griffier, secretaris, sikkeltaris, sik] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18958 |
gemene vrouw |
duivelsmoeder:
ein duvelsmoer (L371p Ophoven),
kwaad wijf:
det is ei kwaot wief (L371p Ophoven),
kwade heks:
ein kwaoj heks (L371p Ophoven),
serpent:
t is ei serpent (L371p Ophoven),
wijf:
wief (L371p Ophoven)
|
Dat is een kwaad wijf. [ZND 08 (1925)] || een vrouw met een slecht en gemeen karakter [venijn] [N 85 (1981)] || t Is een venijn (kwaad wijf). [ZND 08 (1925)]
III-1-4
|
18814 |
gemoed |
gemoed:
gemood (L371p Ophoven)
|
het binnenste van de mens als zetel van zijn gevoel [moed, gemoed] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23994 |
generale absolutie |
generale absolutie (<fr.):
generale absolutie (L371p Ophoven)
|
Een generale absolutie, waaraan een volle aflaat is verbonden [jeneraal-abseloetsioeën]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23981 |
generale biecht |
generale biecht:
generale beech (L371p Ophoven)
|
Een algemene of generale biecht, vaak bij missie en retraite [jeneraalbiech]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18165 |
genezen |
beter:
beter (L371p Ophoven),
bèter (L371p Ophoven),
genezen:
genèze (L371p Ophoven)
|
genezen: De zieke is vandaag een beetje (een weinig) beter [ZND 44 (1946)] || Genezen: hersteld, beter (klaar). [N 84 (1981)] || hij is weer op zijn effen (weer genezen) [ZND 34 (1940)]
III-1-2
|
18817 |
genoegen (doen) |
plezier:
plezeer (L371p Ophoven)
|
tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20408 |
gepensioneerd (zijn) |
gepensioneerd:
znd 35, 65
gepencheneertj (L371p Ophoven)
|
gepensioneerd; hij is -; op pensioen gesteld [ZND 35 (1941)]
III-2-2
|