25032 |
knarsen |
knarsen:
knarsen (L371p Ophoven)
|
een scherp, ongelijkmatig, schurend of malend, onaangenaam aandoend geluid voortbrengen [kniersen, knoersen, knarsen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
34256 |
kneden |
botter kneden:
[botter] knē̜i̯ǝ (L371p Ophoven),
botter wegen:
[botter] wēgǝ (L371p Ophoven
[(in een teil)]
)
|
De boter kneden om de melk, die zich nog tussen de boterdeeltjes bevindt, eruit te drukken. In sommige gebieden werd de boter tegelijkertijd gewassen. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [A 28, 7; L 1a-m; L 1u, 114; L 6, 7; L 22, 8; Ge 22, 8 en 69; R 3, 76 en 77; monogr.]
I-11
|
17921 |
knellen |
klemmen:
klemmen (L371p Ophoven)
|
Knellen: stijf drukken zodat daardoor een striem ontstaat (knellen, knijpen, duwen, wringen, klemmen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18174 |
knellen, gezegd van schoenen |
pitsen:
pitsen (L371p Ophoven)
|
drukken en daardoor pijn veroorzaken, gezegd van schoenen die te klein zijn [knellen, klemmen, drukken] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
21058 |
kneuzen |
blutsen:
blenu̯dzə (L371p Ophoven),
bludze (L371p Ophoven),
blutze (L371p Ophoven),
WBD/WLD
blutsen (L371p Ophoven)
|
blutsen, kneuzen (van appelen): de appelen niet blutsen [ZND 21 (1936)] || Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
26318 |
kneveltouw |
oog:
awx (L371p Ophoven)
|
Het gesplitste touw onderaan de luireep of de strop of lus waaraan men de zak bevestigt. De watermolen in Q 99* had aan het uiteinde van de luiketting een kwast die bestond uit roffelen (røfǝlǝ) en franjelen (frānjǝlǝ). [N O, 25f; Jan 233 add.; A 42A, 44 add.]
II-3
|
17677 |
knie |
knie:
kne.i (L371p Ophoven)
|
knie [RND]
III-1-1
|
23369 |
knielbankje |
knielbankje:
kneelbenkske (L371p Ophoven)
|
Het knielbankje van de kerkbank. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23536 |
knielen |
knielen:
kneele (L371p Ophoven)
|
Knielen, een kniebuiging maken [kniele, kneele, kneije?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23372 |
knielkussen |
kussen:
kussen (L371p Ophoven)
|
Het knielkussen op de kerkbank. [N 96A (1989)]
III-3-3
|