e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tuit tuitel: tø͂ͅi̯təl (Ophoven) tuit van de waterketel van koper of ijzer en met hengsel en tuit [N 20 (zj)] III-2-1
tussenpersoon maquignon (fr.): makeljong (Ophoven) een tussenpersoon in de handel (van producent naar winkelier) [makkeljon] [N 89 (1982)] III-3-1
twee centiem dubbele cent: ps. omgespeld volgens Frings.  doͅbələ seͅnt (Ophoven) koperen munt van 2 centiem [N 21 (1963)] III-3-1
tweede klaversnede tweede snede: tweede snede (Ophoven) Zoals het nagras meestal van betere kwaliteit is dan de eerste snede, zo is ook de tweede snede klaver een gezochte soort groenvoer. Vergelijk aflevering I.3, paragraaf 6: Nagras. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [JG 1c, 2c; monogr.] I-5
tweede luiden voor de mis trumpen: trumpe (Ophoven), 10 minuten ervoor  ’t trumptj veurə mes (Ophoven) Het luidt voor de mis. [ZND 30 (1939)] || Het tweede luiden vóór de hoogmis [tezamen luiden, tsezame loeë]. [N 96A (1989)] III-3-3
tweede verkoping toeslag: ps. omgespeld volgens Frings.  tūslāg (Ophoven) de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)] III-3-1
tweeling tweeling: twièling (Ophoven) tweeling [ZND 08 (1925)] III-2-2
tweespeen tweedemer: twiǝdiǝmǝr (Ophoven) Koe die slechts uit twee spenen melk geeft. [N 3A, 66] I-11
twijg wits: wets (Ophoven) Vaak wordt in plaats van een zweep ook een twijg gebruikt om het paard aan te vuren. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
twijg, jonge tak wis: WBD/WLD  wis (Ophoven) Een twijg, een jonge tak (bent, twijg, wis, sprik, tak, teen). [N 82 (1981)] III-4-3