e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

Gevonden: 4907

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
accijns accijns (<lat.): accijns (Ophoven) de belasting op etenswaren [accijns] [N 90 (1982)] III-3-1
achterdocht achtergedachten: ook materiaal van vr.lijst 32, vr. 44  achtərgədéchtə (Ophoven) achterdocht [ZND 01 (1922)] III-1-4
achterdochtig achterdochtig: achterdochtig (Ophoven) een kwaad vermoeden over iemands handelingen of bedoelingen hebbend [achter-koutig, achterkousig, achterdochtig] [N 85 (1981)] III-1-4
achterhaam achterhaam: axtǝrām (Ophoven) Samenstel van riemen dat op het achterwerk van het paard wordt gelegd en dient om de kar achteruit te stoten. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 74; monogr.] I-10
achterhoofd bol: bol (Ophoven) Achterhoofd (achterkop, bol(les)). [N 109 (2001)] III-1-1
achterklauw bijklauw: bīi̯klǭu̯w (Ophoven) Achterste deel van de hoef. [N 3A, 119c] I-11
achterknie hak: hak (Ophoven) Uitstekend achterpootsgewricht van het paard. Een gedeelte van de termen duidt niet de uit- maar de insprong of knieholte aan. Zie afbeelding 2.40. [JG 1a, 1b, 2c; N 8, 32.1, 32.5, 32.9, 32.10, 32.11 en 32.12] I-9
achternaafband reep: rę̄jp (Ophoven) De ijzeren band om het achtereinde van de naaf, aan de kant van de wagen. De achternaafband is doorgaans smaller dan de muilband. Zie ook afb. 214. [N G, 43d; N 17, 60b; Vld.] II-11
achterste vot: vot (Ophoven) [N 10c (1995)] III-1-1
achteruit goed: goot (Ophoven), terug-u(j): tryk˱ ȳ (Ophoven) Open plaats achter een huis (dam, werft, bleek, achteruit, plaats) [N 79 (1979)] || Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.] I-10, III-2-1