e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L362p plaats=Opitter

Overzicht

Gevonden: 2129
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwaken schreeuwen: šriǝvǝ (Opitter) Roepen, gezegd van de eenden. [L 37, 8b] I-12
kwartel kwartel: kwartel (Opitter, ... ) kwartel [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-4-1
kweek puinen: pęi̯.nǝ (Opitter) Elymus repens (L.) Gould Zeer algemeen voorkomend hardnekkig onkruid op gras- en bouwland en op akkerranden, dat er grasachtig uitziet met een rechtopstaande aar en donker- tot grijsgroen blad. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 30 tot 120 cm. Het is een lastig kruipend onkruid met veel onderaardse wortelstokken, die wel als veevoeder gebruikt worden. De boer verwijdert het met de eg uit de akker. Deze plant is ook wel bekend onder de oude naam kweekgras of tarwegras (Triticum repens L.). Zie in verband met de vele puin-opgaven de speciale bibliografie onder Goossens 1985; 1987 en 1988, 109-126. [N 11, 71; JG 1a, 1b, 2c; A 27, 24b; A 28, 10; A 29, 6 en 9; A 33, 17; L 34, 52; L 48, 18; Lu 2, 18; Lu 4, 9; S 20; monogr.; add. uit N 11, 70, 72, 80a en 88] I-5
kweepeer tweepeer: twieəpèr (Opitter) [ZND 29 (1938)] I-7
kwezel steenkwezel: met een goede aard  steinkwezel (Opitter), veldkwezel: met een slechte aard  ’n veldjkwezel (Opitter) Wat een kwezel! [ZND 29 (1938)] III-3-3
laag grond laag: loag (Opitter) laag (znw.) [ZND 29 (1938)] III-4-4
laag schoven op de wagen laag: lǭx (Opitter) Zie de toelichting bij het lemma ''tasser op de wagen'' (5.1.5). Voorkop is de laag op de naar voren uitstekende ladder boven het paard. [N 15, 42; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-4
laagte in het landschap zonk: zoŋk (Opitter) Een laagte in het landschap in het algemeen. Vergelijk ook lemma 1.2.8 ɛlaagte in een akkerɛ.' [L 29, 30; Wi 11; A 10, 4; S 20] I-8
laars (alg.) stevel: stevel (Opitter) Laars, een paar laarzen (hoge laars met schoen eraan vast) [ZND 37 (1941)] III-1-3
ladderboom leierboom: lęi̯.ǝrbǫu̯.m (Opitter), (mv)  lęi̯.ǝrb˙ęi̯m (Opitter) Elk van de twee balken van een zijladder waartussen zich de sporten bevinden. [JG 1a; JG 1b] I-13