e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opitter

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verflaag plaaster verf: plōǝstǝr vɛrǝf (Opitter) Zie kaart. Uitgestreken hoeveelheid verf. [N 67, 77a; L 29, 28b; monogr.] II-9
verfrommelen fronselen: fronsele (Opitter) (papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)] III-1-2
vergeet-mij-nietje vergeet-me-nietje: vergeit-me-nietje (Opitter), vergētmenietje (Opitter) vergeet-mij-nietje [ZND 40 (1942)] III-4-3
vergiet zij: zi (Opitter) vergiet, doorslag [ZND 45 (1946)] III-2-1
vering amortisseurs: amortisseurs (Opitter), vering: vē̜reŋ (Opitter) Vering van het rijtuig. Onder A. bevinden zich de algemene benamingen voor de vering, onder B, C en D de specifieke soorten. De enkele veer (B) bestaat uit een hoofdblad , waarop door middel van een in het midden aangebrachte veerbout twee of meer, telkens kortere steunbladen zijn vastgeklemd. De dubbele veer (C), die meer gebruikt wordt, daarentegen bestaat uit twee hoofdbladen. De spiraalveer tenslotte (D) is een spiraalvormig opgewonden draad van staal of een ander veerkrachtig materiaal. [N 101, 16, monogr] I-13
verkeerd liggen verkeerd liggen: verkeerd liggen (Opitter) Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49] I-11
verkleumd stijf: stief (Opitter) hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)] III-1-2
verkouden verkoud: ich ben verkauijtj (Opitter), ig ben verkautj (Opitter) ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] || Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-2
verkoudheid kou: pak mar geine kâû (Opitter) ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] III-1-2
verliezen verliezen: vərlĕzə (Opitter) Verliezen. [ZND m] III-3-2