e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opitter

Overzicht

Gevonden: 2129
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donker bier donker bier: d ̇oŋkǝr bē.r (Opitter) Bier dat gebrouwen is uit donkere mout. Volgens de invuller uit Q 99 had dit bier een alcoholpercentage van 3,5 procent. [N 35, 96; monogr.] II-2
donker, duisterx donker: donkel (Opitter), donker (Opitter) (`t is hier) donker [ZND 23 (1937)] III-4-4
dons, nestveren duivelshaar: dievelshoar (Opitter) dons [ZND 35 (1941)] III-4-1
dood (adj. schertsend bedoeld aufgestapt (d.-n.): znd 23, 022b;  ’t əm aofgestapt (Opitter), eruit getrokken: znd 23, 022b;  əroetgetrokkə (Opitter), gaan hemelen?: znd 23, 022b;  gò hemeltjn (Opitter), heeft de pijp aan ma(a)rten gegeven: znd 23, 022b;  het də piep aan martə gəgevə (Opitter), is r.i.p.: znd 23, 022b;  is rip (Opitter) dood; schertsende uitdrukking die hiervoor gebruikt wordt [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (adj.) dood: znd 23, 022a;  doejd (Opitter) dood; hij is - [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (bn.) dood: dôed (Opitter) dood; de jongen die gisteren van het dak is gevallen, is nu - [ZND 46 (1946)] III-2-2
dood (zelfst.nw.) dood: 1a-m; 23, 21  dôed (Opitter) dood (subst.; na den dood) [ZND 01 (1922)] III-2-2
doodsteken steken: stɛ̄kǝ (Opitter) Nadat het dier is verdoofd, wordt het ogenblikkelijk de keel doorgesneden, opdat het nog pompende hart het bloed uit het lichaam kan stuwen. De woordtypen in dit lemma kunnen zowel duiden op het doodsteken van een varken als op het doodsteken van een rund. Een bij de opgave toegevoegd object ''varken'', ''koe'', ''beest'' wordt niet in het woordtype opgenomen. [N 28, 11a; N 28, 11b, N 28, 12a; N 28, 13b, monogr.] II-1
doof doof: douf (Opitter), zoeə douf es nə pot (Opitter) doof [ZND m] || hij is zo doof als... (vertaal en vul aan) [ZND 23 (1937)] III-1-1
dooien dooien: doeəjə (Opitter, ... ) dooien [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4