20839 |
mosterd |
mosterd:
moster (L415p Opoeteren),
mosterd (L415p Opoeteren, ...
L415p Opoeteren)
|
mostaar || mostaard || mosterd [ZND 31 (1939)]
III-2-3
|
24355 |
mot |
mot:
mot (L415p Opoeteren)
|
mot, vlindertje
III-4-2
|
21263 |
motor |
motoor:
məto.r (L415p Opoeteren)
|
motor [RND]
III-3-1
|
25130 |
motregen, fijne regen |
motregen:
LET OP: de paginering van deel 2 (Ned.-Brees).
motrèèngel (L415p Opoeteren),
neetsel:
LET OP: de paginering van deel 2 (Ned.-Brees).
neetsel (L415p Opoeteren),
stofregen:
stofregnel (L415p Opoeteren),
van de kromme:
LET OP: de paginering van deel 2 (Ned.-Brees). ps. wel vermeld op blz. 258: dèè kròmme rèèngel!
van dèè kròmme (L415p Opoeteren)
|
motregen, fijne regen || stofregen [ZND 38 (1942)]
III-4-4
|
25100 |
motregenen, licht regenen |
daar valt het van de kromme:
LET OP: de paginering van deel 2 (Ned.-Brees).
doa viltsj van dèè kròmme (L415p Opoeteren),
motregenen:
motregenen (L415p Opoeteren),
neetselen:
`t neetchelt (L415p Opoeteren),
neetsele (L415p Opoeteren),
stofregenen:
het stofregneltj (L415p Opoeteren),
zeveren:
zeivərə (L415p Opoeteren)
|
miezelen, motregenen || motregen, fijne regen || Motregenen. Vertaal in uw dialect: motregenen, het motregent (regenen met heel fijne druppels). [ZND 49 (1958)] || stofregenen [ZND 38 (1942)]
III-4-4
|
25664 |
mout |
mout:
mawt (L415p Opoeteren)
|
Het op de eest of eestvloer gedroogde en eventueel geroosterde graan. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''eesten''. [N 35, 20; L 1a-m; L 1u, 166; S 5; Jan 14d; monogr.]
II-2
|
18264 |
mouw |
mouw:
moew, ei moeke (L415p Opoeteren),
twie moewe (L415p Opoeteren)
|
een mouw, een mouwtje [ZND 31 (1939)] || mouw (meervoud) [ZND 31 (1939)]
III-1-3
|
24356 |
mug |
mug:
mègk (L415p Opoeteren)
|
mug
III-4-2
|
26147 |
muilband |
grote naafband:
gruǝtǝ nāf˱ba.nt (L415p Opoeteren)
|
Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.]
II-11
|
17872 |
muilpeer |
klats in het gezicht:
klats in t gezicht (L415p Opoeteren),
muilpeer:
Plat
moelpèèr (L415p Opoeteren),
snaai op het gezicht:
snaai op tie gezicht (L415p Opoeteren)
|
hoe heet een slag op de kaak ? Geef aan welke woorden gemeenzaam of plat zijn. [ZND 36 (1941)]
III-1-2
|