| 18867 |
woede |
gift:
Ze stampde oppe grònd van gift In det menneke zitsj vèèl gift
gift (L415p Opoeteren)
|
drift, woede
III-1-4
|
| 28816 |
wol |
wol:
wǫl (L415p Opoeteren)
|
Dierlijke spinvezel, afkomstig van de huidbedekking van vooral schapen (wol), koeien, geiten, kamelen enz. (haar) (Bonthond, s.v. ø̄wol of haarø̄). Hoewel de naam wol wordt gebruikt voor het haar van verschillende diersoorten, wordt, wanneer men van wol spreekt, meestal de wol van het schaap bedoeld. De waarde hiervan is afhankelijk van verschillende factoren: de fijnheid, de krul, de zacht- en soepelheid, de elasticiteit, de soliditeit, het warmtegevend vermogen enz. (Morand, pag. 58 en 59). [N 62, 75a; N 59, 201; L A1, 226; MW; monogr.]
II-7
|
| 33943 |
wolfsgebit, gebroken gebit |
stang:
staŋ (L415p Opoeteren)
|
Dit bit, gebruikt om moeilijke paarden te beteugelen, heeft een stang die in het midden scharniert. Het wordt vooral gebruikt bij rijpaarden. Op verscheidene plaatsen heeft dit soort bit kennelijk geen aparte naam. Dit wordt uitdrukkelijk gemeld voor: Q 80, 152, 162, 182. Er bestaan ook wolfsgebitten met een beugel in het midden om moeilijke paarden te beteugelen. De namen voor de twee types worden niet strikt uit elkaar gehaald. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 43]
I-10
|
| 25211 |
wolk alg. |
wolk:
woͅu.k (L415p Opoeteren)
|
wolk [ZND A1 (1940sq)]
III-4-4
|
| 18132 |
wonde |
wonde:
die wonj zal etteren (L415p Opoeteren),
die wonj zal oetluipen (L415p Opoeteren),
die wonj zal zweèren (L415p Opoeteren)
|
Die wonde zal etteren [ZND 23 (1937)]
III-1-2
|
| 19835 |
wonen |
wonen:
wū.ənə (L415p Opoeteren)
|
wonen [ZND A1 (1940sq)]
III-2-1
|
| 21267 |
woord |
woord:
wu:rt (L415p Opoeteren),
wūərt (L415p Opoeteren)
|
woord [RND], [ZND m]
III-3-1
|
| 21014 |
wormstekig |
gemaaisteekt:
Duur de vèle règen en de föl zòn waas de hölft van uis appel gemaaisteekt
gemaaisteekt (L415p Opoeteren)
|
door maden of/ook door rotting ontstoken fruit
III-2-3
|
| 20853 |
worst |
saucijs:
sesiees (L415p Opoeteren),
worst:
woͅrst (L415p Opoeteren)
|
worst [ZND 21 (1936)], [ZND A1 (1940sq)]
III-2-3
|
| 20709 |
worstenbroodje |
saucijzenbroodje:
sesi-jzebriêdsje (L415p Opoeteren),
worstriggel:
worstriggel (L415p Opoeteren),
syn
worstriggel (L415p Opoeteren)
|
worstenbrood || worstenbroodje
III-2-3
|