e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ospel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
speen van de koe deem: dēm (Ospel) [N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.] I-11
spel (alg.) spel: en spEl (Ospel) spel [GTRP (1980-1995)] III-3-2
speld spelde: spɛl (Ospel) Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.] II-7
spelen (alg.) spelen: speule (Ospel, ... ), Sub spuuële.  speûle (Ospel) Als je klaar bent mag je gaan spelen. [DC 35 (1963)] || spelen [GTRP (1980-1995)] || Spelen. III-3-2
sperziebonen breekboontjes: braekbuüenkes (Ospel) spercieeboontjes I-7
spetteren spatten: de boter spetj (Ospel) sudderen; Hoe noemt U: Knetteren van de boter in de pan bij verhitting (snerken, sudderen) [N 80 (1980)] III-2-3
spie spie/spij: spęi̯ (Ospel) De zeisring, die steel en blad verbindt, wordt vastgeslagen door middel van een spie, of door twee of meer spietjes. Doorgaans zijn ze van hout, omdat deze het beste vast blijven zitten; soms vindt men ook een ijzeren spie, vaak in combinatie met een houten. Zie ook de toelichting bij het lemma ''zeisring'', en afbeelding 4, nummer A4 en B4. [N 18, 67e; JG 1a, 1b, 2c; add. uit A 14, 2] I-3
spiegel spiegel: spēgəl (Ospel) spiegel III-2-1
spijbelen stiekem uit de school blijven: stiekum oet schōōl blieve (Ospel) wegblijven van school: Hoe noemt men heimelijk, zonder medeweten van de ouders, ---? [DC 24 (1953)] III-3-1
spijlen aan de achterwand van de veenkruiwagen latten: latǝ (Ospel) [II, 70e] II-4