e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ottersum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruim kruim: Syst. WBD  kruum (Ottersum) Het zachte binnenste van het brood (kruim?) [N 16 (1962)] III-2-3
kruimel kruimel: kryməl (Ottersum) kruimel III-2-3
kruin kruin: kruun (Ottersum, ... ) kruin van het hoofd [N 10 (1961)] III-1-1
kruipalen kruipalen: kruipalen (Ottersum) De rondom de molen in de grond geplaatste, korte houten, stenen of ijzeren palen, waaraan de kruikettingen of kruitouwen worden vastgemaakt. [N O, 30e; A 42A, 59; monogr.] II-3
kruipgewas kruipgroen: kruupgruu.n (Ottersum) kruipgewas III-4-3
kruis kruis: Van Dale: kruis, 12. het onderste deel van de rug, stuit (v.d.mens)  kruus (Ottersum) deel van het lichaam waar de bovenbenen tezamen komen [mik, fliermik] [N 10 (1961)] III-1-1
kruisarmen kruisbalken: kruisbalken (Ottersum) De vier gekruiste balken in het midden van het aswiel. Zij zijn zodanig samengevoegd dat in het midden een vierkante opening gevormd wordt waarin de molenas bevestigd kan worden. Vgl. afb. 49 en 50. Zie ook de lemmata ɛarmenɛ en ɛkruisarmen van het spoorwielɛ. Het betreft daar onderdelen van respectievelijk de watermolen en de rosmolen.' [N O, 11d; A 42A, 9; N O, 11e] II-3
kruisarmen van het spoorwiel kruisarmen: krys˱ę̄rǝmǝ (Ottersum) De vier gekruiste balken midden in het spoorwiel van de rosmolen. [N D, 27] II-3
kruisbeeld crucifix (<lat.): kruussefiks (Ottersum), kruis: kruus (Ottersum), kruisbeeld: kruusbeeld (Ottersum), lieveheer: Lieven Heer (Ottersum) Kruisbeeld [slivvenier, kruus, kruussefiks]. [N 06 (1960)] III-3-3
kruisbes kroezel: kreuzel (Ottersum), kroesel (Ottersum), stekbeer: stékbèèr (Ottersum) kruisbes I-7