e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ottersum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
watervoor grip: grep (Ottersum), watervoor: wǭtǝr[voor] (Ottersum) Een watervoor is een meestal wat diepere voor die men vóór de winter over de akker trekt, om overtollig water te laten afvloeien. Een watervoor kan dwars op de normale ploegvoren liggen, in het midden van de akker (bij uiteenploegen), tussen de delen van een in panden geploegde akker of ook wel om de (reeds ingezaaide) akker heen. In het algemeen brengt men watervoren aan op laaggelegen of natte gronden, akkers met een laagte erin of op een hellende akker om te voorkomen dat de grond wordt uitgespoeld. De benamingen kunnen ook gebruikt worden voor de middenvoor (omdat deze vaak als watervoor fungeert), verder voor de brede of grove voren van een akker die "op de wintervoor" is gelegd om hem te laten uitvriezen of voor ondiepe waterlopen, greppels en geulen in het algemeen. [N 11, 59b; N 11A, 137k; N 11A, 137i add.; div.] I-1
wbd: in trek willig zijn: ze zien willig (Ottersum) Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: katten laten zitten: mit laote zitte (Ottersum) katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: kwaadgeld = kwaadgeld kwaad geld: kwòṭgaelt (Ottersum) kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: verkopen voor kwijt willen: vör zeveul wil ik ze kwiet (Ottersum) verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)] III-3-1
wecken wecken: weͅkə (Ottersum) inmaken III-2-3
weduwe wedens: zie wèdvrow  weens (Ottersum), wedevrouw: zie wèdvrow  weedevrow (Ottersum), weduwe: zie wèdvrow  weedeme (Ottersum), wedvrouw: wèdvrow (Ottersum) weduwe III-2-2
weduwnaar wedeman: zie wèdkèl  weedeman (Ottersum), wedkerel: wèdkèl (Ottersum), wedman: zie wèdkèl  wèdman (Ottersum) weduwman || weduwnaar III-2-2
weefsel, stof stof: stof (Ottersum) Hoe noemt U: stof in het algemeen [N 62 (1973)] III-1-3
weegtoestel balans: balans (Ottersum), weegschaal: wē̜xsxǭl (Ottersum) Het weegtoestel waarmee het deeg na het verdelen wordt gewogen. Vroeger gebruikte men wel een hangende balans, volgens de informant van L 377, maar deze moest verdwijnen, omdat ze niet geijkt kon worden. Zie afb. 19. [N 29, 33a; N 29, 32b; monogr.; N 29, 105e] II-1