e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ottersum

Overzicht

Gevonden: 4473
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brood uit het blik of van de plaat halen uithalen: ythǭlǝn (Ottersum) Een eventueel opgegeven object brood, weg e.a. wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 52] II-1
broodje broodje: breudje (Ottersum), Syst. WBD  breudjes (Ottersum), kadetje: kadetje (Ottersum), knibbeltje: Syst. WBD Als ze een harde korst hebben  knibbeltje (Ottersum), zijn hard van korst  knibbeltjes (Ottersum) verschillende soorten broodjes [N 29 (1967)] || Welke dialectbenamingen kent U voor kleine wittebroodjes? (pistolee, kadetjes, kerneeke, frans broodje, spaans broodje, krombroodje, koekestel, bestel, krol, knubbeltje [N 16 (1962)] III-2-3
broodkar broodkar: broodkar (Ottersum), wegkar: wękkar (Ottersum) Kar waarmee de bakker of bakkersknecht het brood bezorgt. Vroeger gebeurde dat rondbrengen met de hondekar, aldus de informanten van L 292 en L 377. [N 29, 99b; monogr.] II-1
broodkorst kop: kø̜p (Ottersum) De broodkorst aan de beide uiteinden van het brood. [N 29, 55; monogr.] II-1
broodmand bakkersben: bɛkǝrs˱bɛn (Ottersum) Mand, vaak rechthoekig van vorm, waarin de bakker brood naar de markt of naar de klant bracht. De bakkersmand was volgens het Venrays woordenboek (pag. 78) een grote vierkante gevlochten mand, die meestal voor op een transportfiets stond en waarmee het brood bezorgd werd. [N 40, 96; N 40, 115; monogr.] II-12
broodmes broodmes: brötmes (Ottersum) mes waarmee brood wordt gesneden [N 20 (zj)] III-2-1
broodoven bakoven: bakǭvǝ (Ottersum), bakǭvǝn (Ottersum), oven: ǭvǝ (Ottersum) De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.] II-1
broodpap kruimelpap: kryməlpap (Ottersum) kruimelpap, pap van gekruimeld brood en krenten III-2-3
broodpop weggenkerel: weͅgəkeͅl (Ottersum), Syst. WBD  wéggekél (Ottersum), wegkerel: weͅkkeͅl (Ottersum) broodman, wittebrood in de vorm van een man || Wittebrood in de vorm van een man (steeve, steeveman, weggeman, nieuwjaarsman, ziepesprengert, boekeman?) [N 16 (1962)] III-2-3
broodrek broodhort: brōthǫrt (Ottersum), broodrek: brōtręk (Ottersum) De houten stellage waarop het brood wordt weggezet. De woordtypen "broodkar", "broodwagen", "moeldedek", wijzen op het gebruik van iets anders dan een houten stellage of plank om het brood op neer te leggen. [N 29, 53] II-1