e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Overpelt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koe met slappe, doorgezakte rug slappe rug: slapǝ røx (Overpelt), zaalrug: zǭlrøx (Overpelt) [N 3A, 145b] I-11
koe met ver uitspringende hielen hakkenschijter: hakǝsxītǝr (Overpelt), schijthak: šīthak (Overpelt) [N 3A, 144b] I-11
koeherder koehoeder: kuhui̯ǝr (Overpelt), kuhȳ.r (Overpelt) Zie ook het lemma ''koewachter, veeknecht'' (1.3.14) in wld I.6, blz. 23-25. [N 3A, 12b; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
koeienmaag fak: fak (Overpelt), pens: pɛ.ns (Overpelt), pɛns (Overpelt) Bedoeld is hier de koeienmaag in haar geheel. [N 3A, 120; A 9, 11] I-11
koekenhort, vlaaienhort koekwis: koekwis (Overpelt) Doorgaans van witte wissen gevlochten onderzetter, waarop vers gebakken vlaaien of pannenkoeken worden gelegd om af te koelen. [N 40, 97; N 40, 118; N 40, add.; L 1u, 100; L 1a-m; L 35, 107; monogr.] II-12
koekenpan koekpan: kukpan (Overpelt) pot, metalen ~ met steelvormig handvat; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
koekje koekje: Syst. Frings Algemeen: koekje  kykskəs (Overpelt) Welke benamingen kent u voor koekjes (kaffekoekje, sterreke, waterpletske, peekverjenneke, knapkoek?) Wat zijn de verschillen tussen deze? [N 16 (1962)] III-2-3
koekje dat de veulens bij de geboorte in de mond hebben lap: lap (Overpelt) Klein, gelig en sponzig klontje, dat met de ademhaling verband houdt. Het ligt op de tong van de pas geboren veulentjes. Meestal valt het bij de geboorte op de grond tussen het stro, droogt onmiddellijk op en is dan vrijwel onvindbaar. [N 8, 55 en 56] I-9
koekje van overgeschoten deeg ovenkoek: Syst. Frings  ōvəkuk (Overpelt) Koekjes van onbepaalde vorm, van overgeschoten deeg gebakken voor kinderen (kreupelkes?) [N 16 (1962)] III-2-3
koekoek koekoek: kukuk (Overpelt) koekoek (39 zomervogel; roep [koe-koek] [N 09 (1961)] III-4-1