e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Overpelt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
luid schreien blaten: ook materiaal znd 28, 53  blèten (Overpelt), janken: ook materiaal znd 28, 53  janken (Overpelt) luid schreien, krijten [ZND 01 (1922)] III-1-4
luiden luiden: de klok lujen (Overpelt), de klok luj’n (Overpelt) De klok luiden. [ZND 30 (1939)] III-3-3
luiden voor de mis luiden voor de mis: u iets verlengt  ’t lut vur de mes (Overpelt), u tussen u en uu in  het ludt vur de mès (Overpelt) Het luidt voor de mis. [ZND 30 (1939)] III-3-3
luier doek: dyk (Overpelt) luiers (kinderdoeken) [ZND B1 (1940sq)] III-2-2
luiermand pismand: pismant (Overpelt) korf of mand waarin de doeken of luiers van de kleine kinderen wordt bewaard? [ZND 37 (1941)] III-2-2
luilak luierik: ook materiaal znd 30, 42 (luiaard)  luierik (Overpelt) luilak [ZND 01 (1922)] III-1-4
luisteren luisteren: goed lūsteren (Overpelt), goed lŭŭsteren (Overpelt), lystərən (Overpelt) goed luisteren [ZND 30 (1939)] || luisteren [N 10b (1961)] III-1-1
luns leun: lø̄n (Overpelt) Metalen spie die door een gat in het uiteinde van de wagenas wordt gestoken om te verhinderen dat het wiel van de as kan afdraaien. Zie ook afb. 216. [N G, 50c; N 17, 63; JG 1a; JG 1b; Wi 13, add.; L 39, 22, add.; div.] II-11
lust hebben om te luieren niet verlekkerd op: nit vərlekərt op (Overpelt) daar is hij niet scheutig op (niet verlangend om iets te doen) [ZND 42 (1943)] III-1-4
lusten lusten: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  lust (Overpelt) lusten (die soep lust ik niet) [ZND 30 (1939)] III-2-3