30188 |
tuinmuur |
wand:
wānt (L314p Overpelt)
|
Uit horizontale en verticale balken samengestelde wand die is opgevuld met vlechtwerk en vervolgens is afgesmeerd met leemspecie. In plaats van vlechtwerk kunnen ook bakstenen worden gebruikt. [S 42; N 4A, 53f; N F, 56b; N 31, 45a; monogr.; N 4A, 52f; N 4A, 52d]
II-9
|
19512 |
tuit |
tuit:
tø̄t (L314p Overpelt)
|
tuit van de waterketel van koper of ijzer en met hengsel en tuit [N 20 (zj)]
III-2-1
|
34204 |
tussenklauwontsteking |
gekloven hoef:
gǝklo.vǝ huf (L314p Overpelt)
|
Door het binnendringen van scherpe voorwerpen zoals spijkers, stenen of strohalmen tussen de klauwen van een koe kunnen kleine wondjes ontstaan. Door infectie kan een pijnlijke zwelling ontstaan, waardoor de klauwen van elkaar kunnen worden gewrongen. Tussenklauwontsteking is vaak een naziekte van mond- en klauwzeer. Zie ook het lemma ''tussenklauwontsteking'' in wbd I.3, blz. 482-483. [N 3A, 81; N 52, 10; A 48A, 14]
I-11
|
21618 |
twee centiem |
cent:
ps. omgespeld volgens IPA.
ī(ə)nə seͅnt (L314p Overpelt)
|
koperen munt van 2 centiem [N 21 (1963)]
III-3-1
|
33263 |
tweede klaversnede |
tweede snede:
twędǝ snēi̯ (L314p Overpelt)
|
Zoals het nagras meestal van betere kwaliteit is dan de eerste snede, zo is ook de tweede snede klaver een gezochte soort groenvoer. Vergelijk aflevering I.3, paragraaf 6: Nagras. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [JG 1c, 2c; monogr.]
I-5
|
33122 |
tweede laag schoven van het dorsbed |
boveste laag:
boveste laag (L314p Overpelt)
|
De specifieke benaming van de tweede laag schoven, bestaande uit twee rijen die met de koppen naar elkaar toe liggen, zoals die op de eerste rij van het vorige lemma wordt gelegd. Zeer vaak is de benaming van deze bovenste laag dezelfde als die van het bed als geheel; dan is die benaming hier niet herhaald; zie het lemma ''dorsbed, de laag schoven op de dorsvloer'' (6.1.16). In L 159a wordt nog aangetekend dat "de aren van de tweede laag veerden op de eerste rij, en door dit veren lieten de korrels beter los". Zie afbeelding 11, b. [N 14, 17c; monogr.]
I-4
|
23251 |
tweede luiden voor de mis |
kleppen:
klɛpən (L314p Overpelt),
luiden:
ly(3)jən (L314p Overpelt)
|
Kleppen (de 2 maal luiden voor de H. mis). [ZND B2 (1940sq)] || Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de tweede maal hoort? [ZND 36 (1941)]
III-3-3
|
21648 |
tweede verkoping |
definitieve verkoop:
ps. omgespeld volgens IPA.
deͅfinitīvə vərkuəp (L314p Overpelt)
|
de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20427 |
tweeling |
tweeling:
tweeling (L314p Overpelt),
tweleŋ (L314p Overpelt)
|
tweeling [ZND 08 (1925)], [ZND B1 (1940sq)]
III-2-2
|
34234 |
tweespeen |
tweedeem:
twidēm (L314p Overpelt),
twēdēm (L314p Overpelt)
|
Koe die slechts uit twee spenen melk geeft. [N 3A, 66]
I-11
|