e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Overpelt

Overzicht

Gevonden: 3105
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ham, hesp hesp: hēͅsp (Overpelt, ... ), heͅsp (Overpelt) ham [Goossens 1b (1960)] || hesp (onderscheid tussen voorste en achterste) [ZND B2 (1940sq)] III-2-3
hand hand: hant (Overpelt), hān (Overpelt) [N 10 (1961)]een hand [ZND A1 (1940sq)] III-1-1
handen (kindernamen) handjes: hänəkəs (Overpelt), pollen: poͅl (Overpelt), polletjes: poͅləkəs (Overpelt, ... ), pootjes: pøt`əs (Overpelt) hand: kinderwoorden (pol, polleke, poeleke] [N 10 (1961)] III-1-1
handen (spotnamen) fikken: fekə (Overpelt), fekən (Overpelt), klauwen: klōͅwə (Overpelt), klōͅwən (Overpelt), poten: py(3)̄t (Overpelt), pyət (Overpelt) [N 10 (1961)] III-1-1
handkar stootkar: stuǝtkɛ̄r (Overpelt) Tweewielige kar die men met de handen voortduwt of trekt. Deze kar heeft twee bomen en zijplanken. [N 17, 15a; N G, 51; JG 1a + 1b; A 42, 4; monogr.] I-13
handlanger metserdien(d)er: mɛtsǝrdinǝr (Overpelt) Helper van de metselaar. Tot de taken van de handlanger behoren onder meer het aandragen van metselstenen en het klaarmaken van de specie. [N 30, 2a; N 30, 2b; N 30, 2c; N 30, 2d; N 30, 40b; N 30, 45a; N 31, 16b; L B 1, 104; monogr.; div.; Vld] II-9
handpalm handpalm: hāntpaləm (Overpelt), palm: palm (Overpelt) palm van de hand [N 10 (1961)] III-1-1
handschoen haas: e paar hawsen (Overpelt), hauwsen (Overpelt), haws (Overpelt) een paar handschoenen [ZND 35 (1941)] || handschoen [ZND 35 (1941)] || handschoen, twee handschoenen [ZND B1 (1940sq)] III-1-3
handvat aan de ploegstaart handvat: hant˲vat (Overpelt) De staart van een voetploeg, een radploeg en de zgn. losse karploeg is voorzien van of eindigt in een handvat, dat de ploeger stevig vasthoudt om te bereiken dat de ploeg de voor goed afsnijdt en niet uit de voor schiet. Aan dat handvat trekt hij de ploeg aan het einde van iedere voor om en houdt hij de (achter)ploeg vast wanneer deze in de sleepstand over de wendakker getrokken wordt. De latere vaste karploegen hebben van achteren ook een handvat. Maar omdat dergelijke ploegen niet echt bestuurd hoeven te worden, is dit handvat vooral dienstig bij het keren en het op nieuw inzetten van de ploeg. [N 11, 31.I.k; N 11A, 84i; JG 1a + 1b; monogr.] I-1
handvatten knabben: knabǝ (Overpelt) Beide handvatten van de steel van de zeis te zamen genomen. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en de toelichtingen bij de lemma''s ''steel van de zeis'', ''bovenste handvat'' en ''onderste handvat''. De opgaven moeten worden gelezen als meervouden of collectiva. [N 18, 67 b en c add.; JG 2c; A 14, 5; L 45, 5] I-3