17780 |
hart |
hart:
heͅt (K357p Paal),
hɛt (K357p Paal)
|
hart [RND], [ZND m]
III-1-1
|
21497 |
hartelijk |
goed:
goed onthalt (K357p Paal)
|
Ze hebben ons gul (hartelijk, vriendelijk, enz) ontvangen. [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
22758 |
harten in het kaartspel |
harten:
hetten oas (K357p Paal)
|
Harten: harten aas (in het kaartspel). [ZND 19A (1936)]
III-3-2
|
21458 |
haten |
haten:
haaten (K357p Paal),
haten (K357p Paal)
|
Haten. [ZND 26 (1937)]
III-3-1
|
32977 |
haver |
haver:
hāvǝr (K357p Paal)
|
Avena sativa L. Men zaait ongeveer 200 kg haver per hectare. Zie afbeelding 1, b. [JG 1a, 1b; A 2, 31; L 35, 101; L lijst graangewassen, 3; Wi 50; monogr.; add. uit N 15, 1a]
I-4
|
33070 |
haverhok |
stuik:
stuik (K357p Paal)
|
Zie de toelichting bij het lemma ''graanhok, stuik, mandel'' (4.6.14). [N 15, 30b; JG 1b, 1c, 2c; Goossens 1963, krt. 38; monogr.]
I-4
|
33386 |
haverkist, hakselkist |
haverkist:
[haver]ki ̞st (K357p Paal),
[haver]kist (K357p Paal)
|
De kist of bak waarin men het droge voer, tegenwoordig de haver, voor het paard bewaart. Deze kist staat meestal in de voergang in de paardestal. Vroeger werden er vooral ook haksel, soms zemelen, geplette haver, kaf of melasse in bewaard. De kist kan door een tussenwand verdeeld zijn. In het ene vak bewaart men dan meestal haver, in het andere iets anders. Soms zijn er meer dan twee vakken. Achter in het lemma staan enkele benamingen bijeen voor dit tussenschot. In het lemma wordt achter de codecijfers zoveel mogelijk met een cijfer vermeld in hoeveel delen de kist verdeeld was en wat er nog meer in bewaard werd dan de in het eerste lid van de woordtypen genoemde voedselsoort. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (haver) het lemma "haver" in aflevering I.4, nr 1.2.5 [N 5A, 59c en 72b; JG 1a en 1b; monogr.]
I-6
|
34285 |
haverkorfje |
bezet:
bǝzęt (K357p Paal)
|
Korfje uit stro en twijgen gevlochten waarmee men haver voor het paard in afmeet. De inhoud is ongeveer 3 kg. Men bindt het ook wel aan de muil van het paard om te beletten dat het ergens aan vreet, bijvoorbeeld bij het maaien. [N 18, 112]
I-11
|
20675 |
havermout |
havermout:
Syst. IPA
hāvərmo̞ͅu̯t (K357p Paal)
|
Havermout [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20607 |
havermoutpap |
havermoutpap:
Syst. IPA
hāvərmo̞ͅu̯tpap (K357p Paal)
|
Pap van havermout (haavere moute pap?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|