e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Paal

Overzicht

Gevonden: 3746
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
baret baret (<fr.): bərɛt (Paal) baret [flat, floets] [N 25 (1964)] III-1-3
barrevoets barrevoets: berrevoets (Paal), bɛrəvuts (Paal) barrevoets [ZND 19 (1936)] || blootvoets [RND] III-1-3
bascule bascule: baskøl (Paal), waag: wāəx (Paal) Weeginstrument met vaste vloer (bascule). [N 18 (1962)] III-3-1
bebroed onbevrucht ei lot ei: luu̯ǝt ē̜ (Paal) [N 19, 54b] I-12
bed bed: beͅt (Paal), be̝ͅt (Paal) bed [RND], [ZND A1 (1940sq)] III-2-1
beddenbak, ressortbak beddenbak: bɛdəbak (Paal) Houten gedeelte van een bed (Nederl. ledikant; Fr. bois du lit) [ZND 02 (1923)] III-2-1
beddenlaken laken: lākə (Paal) Een laken (op een bed) [ZND 34 (1940)] III-2-1
bedekt een onaangenaamheid zeggen steken: hè stekt nog al eens (Paal) Hoe zegt ge &lt;&lt; hij is nogal bits, scherp, prikachtig&gt;&gt; in zijn manier van spreken. [ZND 40 (1942)] III-3-1
bedelaar bedelaar: bèdelèr (Paal) leurder [ZND 28 (1938)] III-3-1
bedevaart bedeweg: ne beieweg (Paal) Een bedevaart. [ZND 21 (1936)] III-3-3