e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Paal

Overzicht

Gevonden: 3746

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aanhoudend klagen lamenteren: lamətērə (Paal) aanhoudend klagen [ZND B2 (1940sq)] III-1-4
aanhoudend regenen het is voor de hele dag: teͅs vør dən helə dàx (Paal) voortdurend regenen [knoeien] [N 22 (1963)] III-4-4
aanlopen aanlopen: aaloei(wə)pə (Paal), oanloeëpe (Paal), een aanloop nemen: nen aanloeip nemen (Paal) Om ver te kunnen springen, begint een jongen eerst te lopen; hoe zegt men in uw dialect: "De jongen moet ..."? [ZND 37 (1941)] III-3-2
aanmelken voormelken: vørmęlǝkǝ (Paal) Het maken van de eerste melkbewegingen bij een vaars die pas gekalfd heeft, gezegd van de boer. [N 3A, 61] I-11
aanranden aanpakken: aanpakken (Paal), aanvallen: aenvallen (Paal), afwachten: afwochten (Paal), overvallen: euvervallen (Paal) aanranden [ZND 32 (1939)] III-3-1
aanstaan aanstaan: da zal h aansten (Paal), aa = dof  da zallem aanston (Paal), gaden: Da sal em goin (Paal) Dat zal hem gaden (bevallen, aanstaan). [ZND 35 (1941)] III-1-4
aanstieren voor de eerste keer laten stieren: vør dǝ istǝ kii̯ǝr loǝtǝ stęi̯ǝrǝ (Paal) Een jonge koe voor het eerst laten paren. [N 3A, 30b; monogr.] I-11
aanwassen op de tanden haken: hǫu̯ǝkǝ (Paal) Knobbelvormige aanwassen op de tanden. Als de wrijfvlakken van de beneden- en bovenkaak elkaar niet geheel dekken, ontstaan door de ongelijkmatige afslijting scherpe haken op de hoektanden. Zij komen vooral voor vanaf zevenjarige leeftijd en ontwikkelen zich het sterkst als het paard negen jaar oud is. [JG 1b, 1c, 2c; N 8, 91] I-9
aap aap: aep (Paal), ne naop (Paal) Aap. [ZND 32 (1939)] III-3-2
aar aar: ǭr (Paal) Het bovenste deel van de halm van sommige graangewassen waarin zich de korrels bevinden. Ook als pars pro toto gebruikt voor de gehele halm, vergelijk de uitdrukking: "aren lezen". De varianten die met een d- beginnen hebben een aangehecht lidwoord. Zie afbeelding 2, e. [JG 1a, 1b; Wi 14; monogr.; add. uit L 25, 15] I-4