e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Paal

Overzicht

Gevonden: 3746
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zomerkapmanteltje pelerine (<fr.): pɛlərin (Paal) kapmanteltje voor de zomer met een ovaalvormig voor- en achterpand [pelderien] [N 25 (1964)] III-1-3
zomerkleren zomerdingen: tso:mərdiŋə (Paal) zomerkleren [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse kleren `s zondagsdingen: tsondaxsdiŋə (Paal) zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
zonder zeil zonder zeil: zonder zeil (Paal) Zonder zeilen draaien. In l 432 gebeurde dit bij zware storm. [N O, 7k; A 42A, add.] II-3
zool van een schoen zool: zaol (Paal, ... ), zōͅəl (Paal) Zool (van schoen) [ZND m] || zool van een schoen [N 24 (1964)] III-1-3
zoom in de huif schuif: sxāi̯f (Paal) Open zoom in de huif, waardoor een koord loopt waarmee men de huif kan vastsjorren. [N 17, 75] I-13
zoon zoon: zóón (Paal) zoon [ZND 11 (1925)] III-2-2
zuchten kroezen: krūzə (Paal), zuchten: zøͅchtə (Paal) zuchten [snokke] [N 10 (1961)] || zuchten, stenen [ZND B1 (1940sq)] III-1-4
zuiveren zeveren: ˱sāi̯vǝrǝ (Paal) Afscheiding blijven geven na het kalven, gezegd van de koe. [N 3A, 58] I-11
zult, preskop geperste kop: geperste hoofdkaas  gəpoͅrzdə koͅp (Paal) hoofdkaas [Goossens 1b (1960)] III-2-3