e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Paal

Overzicht

Gevonden: 3746
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borst borst: bǫrst (Paal, ... ) Elk van de korte, zware balken door de askop, waaraan lange dunne balken met daaraan de hekwerken, bevestigd worden. Zie ook afb. 36 en 37. [N O, 1d; A 42A, 61; Sche 31] || Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2] I-9, II-3
borstel borstel: borstəl (Paal) borstel [ZND 01 (1922)] III-2-1
borstelig haar pinhaar: pinhār (Paal), stekelhaar: stēͅkəlhār (Paal) borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)] III-1-1
borstkas borst: borst (Paal), ich hem ne koa op men borst (Paal) een borst [ZND A1 (1940sq)] || Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-1
borstnet schommelaar: sxǫmǝlē̜r (Paal) Vliegennet dat alleen voor de borst van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83b] I-10
borstriem borstriem: bǫrstrę ̝i̯m (Paal) Leren riem van het borsttuig die voor de borst van het paard zit. Zie ook opmerking onder lemma Borsttuig. [N 13, 52] I-10
borstrok cache-corset (fr.): kaṣkorse: (Paal), hemdsrok: spelling: Frings  hömsròk (Paal), lijfje: lɛfkə (Paal) borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] || borstrok, warme onderkleding, gedragen over het hemd (borsrok, hemdrok, hemdsrok, hemsrok) [N 02 (1960)] III-1-3
borstrok (voor mannen) lijfje: lɛfkə (Paal) borstrok voor mannen [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor vrouwen) lijfje: lɛfkə (Paal) borstrok voor vrouwen [N 25 (1964)] III-1-3
borststuk van een schort hondsgetuig: honsXətuiX (Paal), hònsgetèèg (Paal), moeilijk leesbaar  hònsXətaoX (Paal) borststuk, bovenste deel, ~ van een schort [boezem] [N 24 (1964)] III-1-3