e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koe die eenmaal heeft gekalfd maal: mǭl (Panningen), schot: šǫt (Panningen), verse koe: vōrsǝ [koe] (Panningen) Zie afbeelding 6. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N C, 14a; monogr.] I-11
koe die tweemaal heeft gekalfd jonge koe: jǫŋ [koe] (Panningen), koe: [koe] (Panningen) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) resp. (kalf) de lemmata ''koe'' (3.3.1) en ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 26a; N C, 14b] I-11
koe met hellend kruis afhangende vot: āfhaŋǝndǝ vǫt (Panningen), roggelse: rǫqǝlsǝ (Panningen) [N 3A, 145a; monogr.] I-11
koe met korte poten gezonken koe: gǝzǫŋkǝ kǫw (Panningen), kleine koe: klɛi̯n kǫw (Panningen) [N 3A, 142b] I-11
koe met lange poten opgeschoten koe: ǫpgǝšōtǝ kǫu̯ (Panningen) [N 3A, 142a] I-11
koe met rode vlek op de poot vlekpoot: vlɛkpūǝt (Panningen) [N 3A, 138] I-11
koe met witte vlek of streep op het voorhoofd koe met een plak: kǫu̯ met ɛnǝ plak (Panningen), met een witte streep: met ǝn wetǝ štrīp (Panningen) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 135a; N 3A, 136a] I-11
koeherder koeherd: kǫwhērt (Panningen) Zie ook het lemma ''koewachter, veeknecht'' (1.3.14) in wld I.6, blz. 23-25. [N 3A, 12b; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
koeienmaag pens: pɛns (Panningen) Bedoeld is hier de koeienmaag in haar geheel. [N 3A, 120; A 9, 11] I-11
koeienstand bed: bęt (Panningen), koebed: kǫu̯bęt (Panningen), ligbed: lex˱bęt (Panningen) Dat deel van de stal waar de koeien staan en dat gelegen is tussen de stalpalen en de mestgoot of het mestbed. De koeienstand in moderne stallen is iets hoger dan de mestgoot en mestgang er achter, waardoor voorkomen wordt dat de koeien in de mest en gier staan staan of liggen. Sommige woordtypen betreffen de vloer of het soort vloer waar de koeien op staan. De meervoudsvormen hebben doorgaans betrekking op de dubbele stal waar het telkens om twee koeienstanden gaat, die tegenover elkaar geplaatst zijn. Zie afbeelding 10. [N 5A, 40b; N 4, 79; A 10, 9a en 14; Gwn 4, 7; monogr.] I-6