e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
langwerpige streep van voorhoofd tot neus bles: blēs (Panningen) Lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus, naar de vorm in verschillende soorten onderscheiden: ''halve'' en ''doorlopende bles'', ''smalle'' en ''brede bles'', en als ze de hele snuit wit kleur: witte muil, snuit. Zie ook het vorige lemma met ''bles'' in de betekenis van een naar voren hangend haarbosje. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b; N 8, 27b] I-9
langzaam, traag langzaam: langzaam (Panningen) langzaam (lui, traag, stil, telijig) [DC 39 (1965)] III-4-4
langzamer ho: (Panningen) Voermansroep om het paard langzamer te doen gaan. [N 8, 95h en 96] I-10
lantaarn lantaarn: lantêr (Panningen), lucht: lēūcht (Panningen) lantaarn [SGV (1914)] III-2-1
lap op een schoen lap: lap (Panningen) lap op een schoen, stukje leer waarmee het bovenleer wordt gerepareerd [N 24 (1964)] III-1-3
lasapparaat lasapparaat: las˱apǝrāt (Panningen) In het algemeen een toestel om te lassen. Zie ook de toelichting bij het lemma "wellen, lassen". Met de meer algemene woordtypen lasapparaat, schweissapparat (d.) en laspost zal wel vaak een autogeen lasapparaat bedoeld worden. Zie ook afb. 42. [N 33, 188-189; monogr.] II-11
lasbrander lasbrander: las˱brandǝr (Panningen) Lasapparaat dat bestaat uit een metalen buis met tuitvormig mondstuk en twee toevoerleidingen, één voor de brandstof en één voor het verbrandingsmiddel (meestal zuurstof). Als brandstof kan waterstof, lichtgas of acetyleengas worden gebruikt. Zie ook afb. 43. [N 33, 190; monogr.] II-11
laskap, lashelm laskap: laskap (Panningen) Metalen kap met donkergroen ruitje waarmee tijdens het elektrisch lassen hoofd en ogen tegen straling en metaalspetters beschermd worden. De laskap wordt met één hand vastgehouden, de lashelm wordt op het hoofd gezet. Zie ook afb. 46. [N 33, 192] II-11
lasstaaf elektrode: ēlɛktrōdǝ (Panningen), lasdraad: las˱drǭt (Panningen) De metalen staaf die bij het elektrisch lassen van metalen als laselektrode dient. De laselektrode smelt daarbij ook en voegt zo metaal toe waarmee de lasnaad wordt opgevuld. De elektrode is ommanteld met een stof die als een soort vloeimiddel fungeert. Tijdens het lassen verdampt een deel daarvan en vormt een gas dat het gesmolten metaal tegen oxidatie beschermt. Op de lasnaad wordt een slak gevormd die met behulp van de lasbikhamer kan worden weggekapt. Zie ook afb. 45. [N 33, 191; monogr.] II-11
lastig (werken) lastig: loastig (Panningen) lastig [SGV (1914)] III-1-4