e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
latei betonnen dekhout: bǝtoŋǝn dękhǫwt (Panningen), dekhout: dękhǫwt (Panningen), latei: latęj (Panningen), poutrelle: patrel (Panningen) Houten, stenen of ijzeren balk die een venster, ingang of andere opening overspant en tevens het bovenliggende muurwerk draagt. De lateibalk wordt vaak in het muurwerk verwerkt zodat hij niet in het zicht komt. d.i.n. in het woordtype 'd.i.n.-balk' is een afkorting van ø̄deutsche Industrienormø̄. [N 55, 74; N 32, 15a; N 32, 15b; monogr.] II-9
laten laten: loate (Panningen) laten [SGV (1914)] III-1-2
laten trekken versokkeren: vǝrsokǝrǝ (Panningen) Het beslag goed laten trekken zodat de versuikering plaatsvindt en de eiwitten omgezet worden. Het werkwoord "laten" werd door de meeste respondenten niet vermeld. [N 35, 38] II-2
lawaai maken spektakelen: sjpektakele (Panningen, ... ) lawaai maken [SGV (1914)] III-4-4
lawaai, herrie laweit: leweit (Panningen, ... ) lawaai [SGV (1914)] III-4-4
lederen pantoffel pantoffel: petoefels (Panningen) pantoffels, lederen ~, gemakkelijke huisschoenen zonder veters [petoffels, pantoefels, trumpe, sjlutsje, sloffe, sjloebe] [N 24 (1964)] III-1-3
leeftijd, ouderdom leeftijd: gè lopt nog flink voor iemes van eure  lèftied (Panningen) U loopt nog flink voor iemand van uw leeftijd. [DC 39 (1965)] III-2-2
leeg, niets bevattend leeg: lēg (Panningen), lêx (Panningen) leeg (ijdel, ijl, laas) [DC 03 (1934)] III-4-4
leegloper leegloper: leegluiper (Panningen), niksnutser: niksnutser (Panningen) leeglooper [SGV (1914)] III-1-4
leerlooier leerlooier: lę̄rluǝjǝr (Panningen) Persoon die huiden bereidt tot leer door looiing. [S 22; monogr.] II-10