30234 |
latei |
betonnen dekhout:
bǝtoŋǝn dękhǫwt (L290p Panningen),
dekhout:
dękhǫwt (L290p Panningen),
latei:
latęj (L290p Panningen),
poutrelle:
patrel (L290p Panningen)
|
Houten, stenen of ijzeren balk die een venster, ingang of andere opening overspant en tevens het bovenliggende muurwerk draagt. De lateibalk wordt vaak in het muurwerk verwerkt zodat hij niet in het zicht komt. d.i.n. in het woordtype 'd.i.n.-balk' is een afkorting van ø̄deutsche Industrienormø̄. [N 55, 74; N 32, 15a; N 32, 15b; monogr.]
II-9
|
17814 |
laten |
laten:
loate (L290p Panningen)
|
laten [SGV (1914)]
III-1-2
|
25735 |
laten trekken |
versokkeren:
vǝrsokǝrǝ (L290p Panningen)
|
Het beslag goed laten trekken zodat de versuikering plaatsvindt en de eiwitten omgezet worden. Het werkwoord "laten" werd door de meeste respondenten niet vermeld. [N 35, 38]
II-2
|
25036 |
lawaai maken |
spektakelen:
sjpektakele (L290p Panningen, ...
L290p Panningen)
|
lawaai maken [SGV (1914)]
III-4-4
|
25035 |
lawaai, herrie |
laweit:
leweit (L290p Panningen, ...
L290p Panningen)
|
lawaai [SGV (1914)]
III-4-4
|
18356 |
lederen pantoffel |
pantoffel:
petoefels (L290p Panningen)
|
pantoffels, lederen ~, gemakkelijke huisschoenen zonder veters [petoffels, pantoefels, trumpe, sjlutsje, sloffe, sjloebe] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
20479 |
leeftijd, ouderdom |
leeftijd:
gè lopt nog flink voor iemes van eure
lèftied (L290p Panningen)
|
U loopt nog flink voor iemand van uw leeftijd. [DC 39 (1965)]
III-2-2
|
24973 |
leeg, niets bevattend |
leeg:
lēg (L290p Panningen),
lêx (L290p Panningen)
|
leeg (ijdel, ijl, laas) [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
18920 |
leegloper |
leegloper:
leegluiper (L290p Panningen),
niksnutser:
niksnutser (L290p Panningen)
|
leeglooper [SGV (1914)]
III-1-4
|
30796 |
leerlooier |
leerlooier:
lę̄rluǝjǝr (L290p Panningen)
|
Persoon die huiden bereidt tot leer door looiing. [S 22; monogr.]
II-10
|