e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
losse zak onder de rok tas: téés (Panningen) tas, losse ~, zak of buidel die onder de rok wordt gedragen [N 24 (1964)] III-1-3
losse zijwand van de kruiwagen plank: plaŋk (Panningen  [(meervoud: plɛŋk)]  ) [N 98, 47; monogr.] II-8
luchtbel oog: ǫwx (Panningen) De luchtbel in de vloeistof van de waterpas. [N 30, 12b; monogr.] II-9
luchthaam luchthaam: luchthaam (Panningen  [(rubberen haam dat met een ventiel opgepompt kon worden)]  ) Haam waarvan de kussens niet met stro gevuld zijn, maar voorzien zijn van een met lucht gevulde band. Hiervoor konden de binnenbanden van een fiets of auto gebruikt worden. Nadat er in de oorlog geen rubber meer verkrijgbaar was, geraakte het luchthaam in onbruik. Het is overigens niet erg gebruikelijk geworden. Buiten de hier opgesomde plaatsen is het ook bekend in de plaatsen K 353 en L 271. [N 36, 18] I-10
luchtpijpen longspijpen: longspīē.pe (Panningen), luchtpijpen: luchpīēpe (Panningen), strot: (sjtroo.t) (Panningen) luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)] III-1-1
luchtx lucht: lōōcht (Panningen, ... ), Algemene opmerking: lijst niet omgespeld!  loxt (Panningen), lōg (Panningen) lucht [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] III-4-4
lucifer zwegelstek: sjwègelstĕk (Panningen) lucifer [SGV (1914)] III-2-1
lui lui: luije (Panningen) lui (traag) [SGV (1914)] III-1-4
lui (lieden) lui: loj (Panningen), manslui: mansluj (Panningen) lui (lieden) [SGV (1914)] || lui/lieden; de - zijn vandaag allemaal buiten op het land aan het maaien [DC 03 (1934)] III-3-1
luiden luiden: loeë (Panningen) luiden [SGV (1914)] III-3-3