e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

Gevonden: 4207

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aanbinder nevenbinder: nē̜vǝbeŋǝr (Panningen) Houten paal die horizontaal aan de staanders wordt gebonden. Op de aanbinders komen korte paaltjes te liggen, de zgn. 'kortelingen', die aan één eind op de aanbinder dragen en aan de andere kant in de daarvoor uitgespaarde steigergaten in de muur. Wanneer bij het bevestigen van de aanligger aan de staander gebruik wordt gemaakt van touwen, wordt onder de aanbinder op de staander een steigerklos aangebracht. Zie ook afb. 17. Zie voor het woordtype 'schachelrute' ook RhWb vii, kol. 831, s.v. 'Schachelrute'. [N 32, 2b; monogr.] II-9
aanbrengen van gaatjes in het deegbrood steken: štē̜kǝ (Panningen) Met behulp van een vork, een plank met spijkers of ijzeren tanden, een houtje, een spijker of simpelweg een vinger worden gaatjes in het deegbrood aangebracht. [N 29, 42; N 29, 30b; monogr.] II-1
aangeschoten aangeschoten: aangesjoo.te (Panningen) dronken [N 10 (1961)] III-2-3
aangetaste uier driedemer: dręi̯dēmǝr (Panningen) De door ontsteking aangetaste uier of één van de kwartieren die aangetast is. [N 52, 6b; A 48A, 10c, 11b; monogr] I-11
aangeven, verklikken kletsen: van angere kletsen (Panningen) klikken; Welk woord gebruikt u in uw dialect voor het doorvertellen aan vader, moeder of onderwijzer van iets, waarvoor een ander kind straf kan krijgen? [DC 48 (1973)] III-3-1
aanhoudend bepoetelen handvollen: NB: verhampele = door handgrepen verleggen.  hampele (Panningen) aanhoudend in de handen nemen [haffele, verhandvollen] [N 10 (1961)] III-1-2
aanhoudend regenen knoeien: knooje (Panningen), kwakelen: kwaakele (Panningen) voortdurend regenen [knoeien] [N 22 (1963)] III-4-4
aanmelken aanmelken: ānmɛlǝkǝ (Panningen) Het maken van de eerste melkbewegingen bij een vaars die pas gekalfd heeft, gezegd van de boer. [N 3A, 61] I-11
aanstaan gesteld: gǝštęlt (Panningen), uitgepaald: ū.t˲gǝpø̜̄lt (Panningen) Gezegd van de hoeken van een bouwwerk, wanneer deze na het uitmeten definitief vastgesteld zijn. In Q 83 werd de term 'aanstaan' in een iets andere betekenis gebruikt. Zodra de muren van een huis in aanbouw een eerste maal gemetseld waren en het grondplan zodoende vastlag, werden de uitzetplanken verwijderd. Men zei dan dat het huis 'aanstond'. [N 31, 10a; monogr.] II-9
aanstieren aanleiden: ānlɛi̯ǝ (Panningen), aanstieren: ānštīrǝ (Panningen) Een jonge koe voor het eerst laten paren. [N 3A, 30b; monogr.] I-11