e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

Gevonden: 4207
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borg borg: börg (Panningen) borg [SGV (1914)] III-3-1
borrelglaasje borrelglaasje: borrelsglééske (Panningen), drupjesglaasje: dröpkesglééske (Panningen), foezelglaasje: fōē.zelglééske (Panningen) jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)] III-2-1
borstel borstel: boorstel (Panningen), boërstel (Panningen), wassertje: waeserke (Panningen) borstel [DC 15 (1947)], [SGV (1914)] || schrobber (van takjes) [DC 15 (1947)] III-2-1
borstelig haar borstelig haar: boor.stelig hòò:r (Panningen), paardenhaar: peerdehaor (Panningen), stekelvarken: sjteekelverke (Panningen), varkenshaar: verrekeshòòr (Panningen) borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)] III-1-1
borstelwerk borstelwerk: bø̜̄rstǝlwęrǝk (Panningen), rauw werk: rōx węrǝk (Panningen) Wijze van voegen waarbij het oppervlak van de voeg een ruwe structuur vertoont. De voeg wordt daartoe eerst met mortel meer dan volgezet, vervolgens met de zijkant van de voegspijker gelijk met de voorkant van de steen afgestreken en tot slot met een borstel afgeborsteld. Voegen die op deze wijze waren gemaakt werden in Q 83 'Hollandse voegen' genoemd. Ze waren volgens de zegsman slecht van kwaliteit. [N 32, 34c; monogr.] II-9
borsten memmen: memme (Panningen) borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1961)] III-1-1
borstkas borst: boërst (Panningen) borst(kas) [SGV (1914)] III-1-1
borstnet borstgaren: bōrst˲gārǝ (Panningen) Vliegennet dat alleen voor de borst van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83b] I-10
borstplaat borstplaat: bōrsplāt (Panningen) Een licht gebogen metalen plaat waar men tijdens het werken met de boogdrilboor met de borst tegen leunt om op deze wijze druk te kunnen uitoefenen. Dit onderdeel van de boogdrilboor kan ook als knop of handvat zijn uitgevoerd. Zie ook afb. 126. [N 33, 125] II-11
borstriem trekband: tręk˱baŋkt (Panningen), zeel: zē̜l (Panningen) Leren riem van het borsttuig die voor de borst van het paard zit. Zie ook opmerking onder lemma Borsttuig. [N 13, 52] I-10