e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heuvel, kleine hoogte bergje: e bergske (Peer), heuvel: Opm. Fr. é.  hével (Peer), hoogte: waën hiegte (Peer) heuvel [ZND 34 (1940)] || wat een hoogte! [ZND 27 (1938)] III-4-4
hiel vers: vars (Peer) hiel (van den voet) [ZND 01u (1924)] III-1-1
hij aardt naar zijn vader hij aardt naar zijn pa: hè aart neu zene pa (Peer), hij aardt naar zijn vader: he aart noe ze vojer (Peer), hije aardt neene ze vader (Peer), cf. WNT s.v. "vaar (I)"(samengetrokken vorm van vader). Zie WNT s.v. "vader"waarin "vaaier"als bijvorm gegeven wordt (met overgang d > j )  hè aart neu zene vaier (Peer) naar zijn vader aarden; hij aardt naar zijn vader [ZND 19 (1936)] III-2-2
hijgen gijgen: zə gijgən (Peer), kuimen: kɛi̯mǝn (Peer) [JG 1a, 1b]zij hijgen (naar adem) [ZND 01u (1924)] I-11, III-1-2
hijgen naar adem, reutelen de ratel hebben: hij heeft den rotel (Peer), de ratel in de keel hebben: hè heet de raotel in de kē-el (Peer), hijgen: hij gijgt (Peer) Hoe zegt men van een stervende, die naar adem hijgt of reutelt? [ZND 41 (1943)] III-2-2
hik hik: B.v. den hik kan aarig vervelend zijn, vooral inne kerk onder de consecratie.  hik (Peer) Hik (hikkepik, nikkop, nik). [N 109 (2001)] III-1-2
hinkelblokje perksteen: perkstieën (Peer), steen: geen bijzondere term  stéen (Peer) Hoe heet het stukje hout of steen dat hierbij wordt gebruikt? [ZND 27 (1938)] III-3-2
hinkelen hinkelen: Meisjesspel  hinkelen (Peer), hinken: Meisjesspel  hinken (Peer), hinkperken: hinkperken (Peer), perkhinken: perkhinken (Peer) / [SND (2006)] || Hoe heet het kinderspel, waarbij op één been gesprongen wordt? [ZND 27 (1938)] III-3-2
hinkelperk hinkelpad: /  hinkelpad (Peer) / [SND (2006)] III-3-2
hinkelperk: vorm vierkant: vierkant (Peer), vierkant in half enkel (hemel) ingedeeld (Peer) Welke vorm heeft het spel dat op de grond wordt getekend? Teken dit op een afzonderlijk blaadje en schrijf de namen van de onderdelen in de vakken. [ZND 27 (1938)] III-3-2