e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lading vracht: vraxt (Peer) Datgene wat op de kar of kruiwagen wordt geladen. [JG 1a, 1b; Wi 52; monogr.] I-10
lage kachel voor de ketel met was of veevoer fornuis: fǫrnɛi̯s (Peer), fornuisketel: fǫrnɛi̯skētǝl (Peer), ketel: kētǝl (Peer) De lage kachel waarop de ketel met was of veevoer verwarmd wordt. De benamingen met ketel doen denken aan een gecombineerde ketel en kachel, vast verbonden, met een grote inhoud. Een bereklauw heeft drie poten. De kachel dient niet om een ruimte te verwarmen. Sommige benamingen wijzen op de afwezigheid van een kachel of op de aanwezigheid van een open vuur. Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5). [L 23, 58c; monogr.] I-6
lam lam: la.mp (Peer), lam (Peer), lammetje: lɛmǝkǝ (Peer), lɛmǝkǝn (Peer), schaapje: sxapkǝ (Peer), sxē̜pkǝ (Peer), sxē̜ǝpkǝ (Peer), sxɛ̄pkǝ (Peer) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12
lammeren lammen: lamǝ (Peer), lammeren: lamǝrǝn (Peer) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12
lamp lamp: lamp (Peer, ... ) lamp [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-2-1
lampenpit wiek: wik (Peer, ... ) De lampepit (ook wiek geheeten; Fr. mèche) [ZND 17 (1935)] || lampepit [ZND 01 (1922)] || lampepit van katoen in een petroleumlamp (limet, lemmet, lemment, lemmert) [N 20 (zj)] III-2-1
lancet lancet: lancet (Peer, ... ) Lancet: plat mesje met fijne punt en zeer scherpe snede, in de chirurgie gebruikt (vlim, lancet, scherp mesje). [N 107 (2001)] III-1-2
land land: land (Peer) land [ZND 29 (1938)] III-3-1
landerijen boerderij: boerderij (Peer), bouwland: bouwland (Peer), grond: gront (Peer), land: lant (Peer) Het geheel van bebouwde akkers, weilanden en velden, behorend bij een boerderij. [N 6, 33a; N 5A, 76d; A 10, 3; A 11, 4; A 20, 1b; JG 1b, 1d; L 37, 11a; L 38, 23; L 44, 27; Vld.; monogr.] I-8
landjeveroveren land kappen: landkappen (Peer) Lievelingsspel 2. [SND (2006)] III-3-2