e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pak slaag pak slaag: ə pak slēͅg (Peer), pakje slaag: ə peͅkskə slēͅg (Peer) een pak slaag [ZND 06 (1924)] III-1-2
paling, aal aal: aail (Peer), paling: paailink (Peer) aal [Willems (1885)] || paling [Willems (1885)] III-4-2
palmboompje palm: verzamelfiche ZND 15, 015 van Har, + ZND 5, 041  palmen (Peer), palmboompje: verzamelfiche ZND 15, 015 van Har, + ZND 5, 041  palmbiemke (Peer) palmboompje [ZND 15 (1930)] III-4-3
palmbosje palmbosje: palmbèske (Peer) Het palmbosje dat op Palmzondag gewijd wordt [palemwösj]. [N 96C (1989)] III-3-3
palmprocessie palmprocessie (<lat.): palmpercessie (Peer) De processie die op Palmzondag gehouden wordt, palmprocessie. [N 96C (1989)] III-3-3
palmtakje palmtakje: palmtèkske (Peer) Het palmtakje dat men achter het wijwaterbakje steekt om bij ziekte en onweer wijwater mee te sprenkelen [palemteks-je]. [N 96C (1989)] III-3-3
palmwijding palmwijding: palmwijing (Peer) De palmwijding op Palmzondag. [N 96C (1989)] III-3-3
palmzondag palmenzondag: palmezondaag (Peer) De zondag vóór Pasen, Palm-/Palmenzondag. [N 96C (1989)] III-3-3
pand van een weideperceel bed: bęt (Peer), perceel: pǝrsil (Peer), perk: pē̜rk (Peer) Gedeelte van een perceel weiland, of van weiland in het algemeen, dat zich bevindt tussen afwateringssloten. Het betreft uiteraard slechts laaggelegen weidegronden. [N 14, 61] I-8
pand, bed bed: bęt (Peer  [(vier voren)]  ), de volgende opgaven zijn meervoud  będǝ(n) (Peer), pand: pa.nt (Peer  [(ongeveer tien m)]  ), pān (Peer) Een pand of bed is een deel van een (meest erg lange) akker of een smal stuk land tussen twee evenwijdige greppels. Vergelijk het lemma In Panden Ploegen. Panden zijn doorgaans kleiner van oppervlakte dan gewone percelen op drogere grond. Men onderscheidt soms brede en smalle akkerdelen. Waar de brede stukken panden heten, worden de smalle stukken bedden genoemd. Het omgekeerde is ook mogelijk. Met perken bedoelt men de brede stukken. Hieronder is van deze afzonderlijk te ploegen akkerdelen - voor zover mogelijk - de breedte in voren of meters vermeld. Omdat een akker meerdere panden of bedden omvat, zijn ook de verstrekte meervoudsvormen opgenomen. [N 11, 53a + b; N 11A, 122 add.; N 11A, 130 a + c; JG 1a + 1b + 1c + 2c; A 44, 21e] I-1