e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wasgoed lijnwaad: Het lijvet dat zjust gewassen is en gedriejegt. Het driejegen gebeert bouten oppene wasdroad = het pas gewassen en gedroogd linnen wordt buiten gedroogd op de droogdraad (driejegdroad) of de wasdraad.  het lijvet dat zjust gewassen is en gedriejegt (Peer) Hoe noemt u het pas gewassen en gedroogd wasgoed? [N105 (2000)] III-2-1
wasknijper lijnwaadspeld: leͅi̯vətspɛlən (Peer) klemmende houtjes om de wasch op de drooglijn vast te maken [ZND 36 (1941)] III-2-1
wasmand lijnwaadmand: lē̜jvǝtmān (Peer) In het algemeen een van twee oren voorziene, ronde of ovale mand voor wasgoed. De wasmand was vaak van witte wissen gemaakt. Zie ook afb. 286. [N 20, 50; N 40, 95; N 40, 106; N 40, 107; N 40, 108; N 20, 48 add.; monogr.] II-12
wastafeltje in de sacristie wastafeltje: wastefelke (Peer) Het wastafeltje of fonteintje in de sacristie, lavabo. [N 96A (1989)] III-3-3
waterblaas waterblaas: wātǝrblø̄s (Peer) De eerste met vocht gevulde blaas die de weg baant voor het kalf. [N 3A, 52a] I-11
waterdamp, wasem damp: damp (Peer), domp: doͅmp (Peer), wasem: wāsəm (Peer) damp [ZND 33 (1940)] III-2-1
waterdorpel buitendorpel: bǫwtǝndęrpǝl (Peer), dorpel: dęrpǝl (Peer) Horizontale laag bakstenen of natuursteen aan de onderkant van een raamkozijn. De waterdorpel wordt vooral toegepast bij zeer dikke muren. Wordt de dorpel uit bakstenen samengesteld, dan worden deze gemetseld in de vorm van een afwaterend gestelde rollaag. Zie ook afb. 57e. In Q 194 werd voor een waterdorpel gebruik gemaakt van 'ijzerklinkers' ('īzǝrklēŋkǝrs'), in K 353 van arduin. [N 55, 44c; N 32, 12c; L 31, 12a; monogr.; S 39, add.; A 46, 10c, add.] II-9
waterketel, moor moor: mūr (Peer), mËr\\ (meervoud)  mūr (Peer), om water in te koken  mūr (Peer) de gewone ketel om water te koken (fr. bouilloire) [ZND 36 (1941)] || ketel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || waterketel van koper of ijzeren met hengsel en tuit (moor, meur) [N 20 (zj)] III-2-1
waterpokken waterpokken: waterpokken (Peer) Waterpokken: besmettelijke ziekte waarbij rode vlekjes op de huid ontstaan die in blaartjes overgaan (windpokken, wijnpokken, respok). [N 107 (2001)] III-1-2
waterput put: pet (Peer), pøt (Peer, ... ) [N 12 (1961)] [RND 08] [Willems (1885)] [ZND 32 (1939)] I-7