e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
windzuiger windzuiker: we.nt˲zǫu̯.kǝr (Peer) Paard dat zich bijv. op de rand van een deur of voerbak vastklemt en met een klokkend geluid lucht naar binnen zuigt, die in de plaats van in de longen in de maag terechtkomt. Door te veel lucht in de maag kan het koliek (zie het lemma ''buikkrampen'' (7.4)) krijgen. [JG 1a, 1b; N 8, 62q, 84f en 85; A 48A, 41b en 41c] I-9
winkel winkel: winkel open haan (Peer) winkel drijven [N 102 (1998)] III-3-1
winkel drijven winkel openhouden: winkel open haan (Peer) winkel drijven [N 102 (1998)] III-3-1
winkelhaak winkelhaak: winkelheejk (Peer) Winkelhaak. Een rechthoekige scheur in een kledingstuk. [N 114 (2002)] III-1-3
winkelkorf kalebas: kalbas (Peer), kalebas (Peer), korf: kerf (Peer), mallette (fr.): melet (Peer), net: net (Peer), valies (<fr.): valies (Peer) Korf of zak die aan de arm gedragen wordt wanneer men naar de winkel gaat. [ZND 36 (1941)] III-3-1
winnen winnen: (w)eene (Peer), weͅnən (Peer), winnen (Peer, ... ) III. Winnen; hij won; gewonnen. [ZND 25 (1937)] || winnen [GTRP (1980-1995)] || Winnen. [Willems (1885)] III-3-2
winterkoninkje winterkoninkje: winterkeuninkske (Peer) winterkoninkje [ZND 34 (1940)] III-4-1
winterwortelen poten: putǝ (Peer), pűǝtǝ (Peer) Daucus carota L. subsp. sativus (Hoffm.) Arcang. Bedoeld zijn hier de winterwortelen (of winterpenen) die op de akker worden geteeld, zowel als veevoeder, alsook voor de consumptie door mensen, met name voor de hutspot. De fijne variëteit tuinworteltjes komt in de aflevering over de moestuin aan bod. [N Q, 6c; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 26c; A 49, 2b; L B2, 342; L 8, 100b; L 15, 29; L 20, 26c; Wi 7; S 45; monogr.] I-5
wip wip: /  wip (Peer) wip [SND (2006)] III-3-2
wipneus wipneus: wipnaas (Peer) Wipneus (stoepneus, topneus). [N 109 (2001)] III-1-1