| 20545 |
cichorei |
bitter:
bitter (L381b Pey),
bittere, de -:
bitter (L381b Pey),
cichorei:
sichorei (L381b Pey, ...
L381b Pey),
sokkerij:
sókkərei (L381b Pey),
sôkkerei (L381b Pey),
suikerij:
sókkərei (L381b Pey),
sôkkerei (L381b Pey)
|
cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)]
I-7, III-2-3
|
| 25000 |
cirkel, kring |
kring:
krink (L381b Pey),
ring:
rink (L381b Pey)
|
de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 24453 |
citroenvlinder |
roevogel:
roevögel (L381b Pey)
|
Hoe noemt u de vlinder waarvan bij het mannetje de vleugels citroengeel zijn en bij het wijfje witachtig groen met een oranje middelpunt (citroentje) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
| 24406 |
cocon |
pop:
poep (L381b Pey),
pop (L381b Pey),
pöp (L381b Pey, ...
L381b Pey)
|
cocon [DC 18 (1950)] || Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)] || pop, coconrups [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
| 24327 |
daas (tabanidae) |
paardsvlieg:
paersvlége (L381b Pey)
|
Hoe noemt u de grote vlieg waarvan verschillende soorten in ons land voorkomen. De wijfjes zuigen bloed bij grote zoogdieren en mensen. De grote soorten steken pijnlijk en achtervolgen mensen en dieren met grote hardnekkigheid (daas, dazerik, dol) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
| 20895 |
dadel |
dadel:
dadel (L381b Pey)
|
De vrucht van de dadelpalm (dadel, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
| 24915 |
dal, vallei |
dal:
dal (L381b Pey),
diepte:
deeptjə (L381b Pey)
|
dal, vallei, stuk land dat gelegen is tussen meerdere heuvels of bergen [del] [N 81 (1980)] || laagte, slenk, stuk land dat gelegen is tussen twee heuvels [diepte, zonk, zink, put, kwacht, zomp, zak, slaai] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 18207 |
dameskous? |
hoos:
Anna, höbse ə paar nuuj hoaze? (L381b Pey)
|
Anna, heb je een paar nieuwe kousen? [DC 14A (1946)]
III-1-3
|
| 24984 |
damp, stoom |
damp:
ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken.
damp (L381b Pey),
stoom:
stŏwm (L381b Pey)
|
damp van kokend water [DC 28 (1956)]
III-4-4
|
| 19633 |
dampen |
paffen:
paffə (L381b Pey, ...
L381b Pey),
paven:
pāāve (L381b Pey),
zwademen:
zwááme (L381b Pey)
|
paffen; Hoe noemt U: Op een hoorbare manier roken; geweldig veel roken (paffen, plotsen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|