e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L381b plaats=Pey

Overzicht

Gevonden: 1062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
marmeren beeld beeld: e marmere beeldj (Pey), ei marmere beeltj (Pey) Marmeren beeld. [N 06 (1960)] III-3-2
marter eekkats: cf eekhoorn  enkets (Pey), fis: vis (Pey) Hoe noemt u een soort marter, tot 48cm lang, met een staart tot 26cm. Het is een slank roofdier met donkerbruine pels en witte borstvlek die tot de binnenzijde van de voorpoten doorloopt (fluwijn) [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het slanke roofdiertje, geelbruin tot donkerbruin, met lange dekharen. De kop is spits met grote oorschelpen, het lichaam is lang en lenig. Het heeft een lange staart en korte poten; marter (fluwijn) [N 83 (1981)] III-4-2
mattenklopper mattenklopper: matəkloͅpər (Pey), matəkløͅpər (Pey) mattenklopper [DC 15 (1947)] III-2-1
mazelen mazelen: mazele (Pey), mazeren: māzərə (Pey) Hoe noemt men de besmettelijke kinderziekte waarbij de huid vele kleine rode vlekjes vertoont (Nederl. mazelen)? [DC 25 (1954)] III-1-2
meidoorn hamelen (zeldz.): #NAME?  hamələ (-môspələ) (Pey), meidoorn: -  mèjdoare (Pey), mispelen (zeldz.): #NAME?  môspələ (hamələ-) (Pey) meidoorn [DC 13 (1945)], [Goossens 1b (1960)] III-4-3
meikever meikever: meikèver (Pey), meikééver (Pey), mejkèver (Pey) Hoe noemt u de meikever: een soort kever, 24-30mm lang; met dekschild, de poten en sprieten zijn bruinrood, de kop en het borststuk zwart met op de onderzijde een dichte witte beharing; de buiksegmenten zijn zwart met aan elke zijde een opvallende, helwit [N 83 (1981)] || meikever, algemeen [DC 18 (1950)] III-4-2
meisje meidje: maedje (Pey), mädje (Pey), mèètje (Pey, ... ), neen  maedje (Pey), wicht: vroeger meer gebruikelijk  wicht (Pey) meisje; (Zijn er verschillende namen voor kinderen van verschillende leeftijden?) [DC 05 (1937)] III-2-2
meisje met wie een jongen verkering heeft liefste: leefste (Pey, ... ), meidje: maedje (Pey, ... ), mädje (Pey), mèèdje (Pey) Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft? (Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2
meisje met wie men verloofd is aanstaande: aanstoande (Pey), liefste: geen afzonderlijk woord bij verloving  leefste (Pey), meidje: maedje (Pey), mèèdje (Pey), geen afzonderlijk woord bij verloving  mädje (Pey) (Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft?) Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is? [DC 05 (1937)] || Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is? (Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)] III-2-2
melig melig: méélig (Pey) Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)] III-2-3