e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L381b plaats=Pey

Overzicht

Gevonden: 1062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
runderhorzel, horzel scheelhomp: sjèl ompe (Pey) runderhorzel (larven in de huid van runderen) [DC 18 (1950)] III-4-2
salamander salamander: salamander (Pey), salemander (Pey), watersalamander: watersalamander (Pey) salamander [DC 07 (1939)] III-4-2
sap in planten sap: sââp (Pey) Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] III-4-3
sap van een vrucht sap: sââp (Pey, ... ) Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] I-7
sappig murg: mörch (Pey) sappig [DC 26 (1954)] III-2-3
savooiekool savooiemoes: sevóáje móós (Pey) De witgele sluitkool met gekrulde bladeren; savooikool, die zeer dicht geplant wordt en zonder vaste krop geoogst (schelk). [N 82 (1981)] I-7
scapulier scapulier: sjabbeleer (Pey) Scapulier (schouderkleed) [skabbeleer]. [N 07 (1961)] III-3-3
schaars raar: raar (Pey) schaars [DC 16 (1948)] III-4-4
schaats schaats: sjaatse (Pey), sjātsə (Pey) Hoe noemt men de voorwerpen, bestaande uit een ijzer en een houten of metalen voetrust, die men onder de schoenen bindt om op het ijs te kunnen rijden? [DC 23 (1953)] III-3-2
schaatsen schaatsen: sjaatse (Pey, ... ) Schaatsenrijden [sjatsen, sjtriksjoon loupe]. [N 06 (1960)] III-3-2