e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L381b plaats=Pey

Overzicht

Gevonden: 1062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schaatsijzer ijzer: iezer (Pey), roede: rōjə (Pey) Noemt men het stalen onderdeel, dat over het ijs glijdt en dat geregeld geslepen moet worden, met een afzonderlijk woord? Zo ja, hoe luidt dit? [DC 23 (1953)] III-3-2
schaduw, lommer scheem: də sjēm (Pey), sjeem (Pey) (de) schaduw [DC 23 (1953)] III-4-4
schapenhorzel schaaps(): sjeəps (Pey) schapenhorzel (larven in de neusholte) [DC 18 (1950)] III-4-2
schapenvet reut: #NAME?  reut (Pey) Kent u het woord roet (of root, ruut, riet of iets dergelijks) in de betekenis van runder-, schapen- of geitenvet? Zo ja, in welke vorm? [DC 25 (1954)] III-2-3
scheef, niet recht scheef: sheif (Pey), schuins: sjeuns (Pey) van de rechte richting afwijkend, niet recht of niet rechthoekig [scheef, noers, noes, slim, scheel, schieps, schuins, schiks, schoeks] [N 91 (1982)] III-4-4
scheen scheen: sjeen (Pey), sjēn (Pey) scheen - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
schelm schelm: chelm (Pey) schelm [DC 11] III-1-4
schenkel bats: bāts (Pey), hees: hiejès (Pey), schonk: sjonk (Pey) schenkel; Hoe noemt U: Het onderste gedeelte van de achterpoot van een rund met het vlees eraan (schinkel, schenkel, bout, schenk, schonk) [N 80 (1980)] III-2-3
scheren scheren: sjère (Pey) scheren [DC 38 (1964)] III-1-3
schil van een vrucht velletje: velke (Pey) De zachte huid van een vrucht (schil, schel, pel). [N 82 (1981)] I-7