e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L381b plaats=Pey

Overzicht

Gevonden: 1062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schilfer schilfer: sjilfer (Pey) een dun, afgebroken of loslatend blaadje van een harde of droge stof, bijv. gezegd van kalk of roest [bluster, vel, schilver] [N 91 (1982)] III-4-4
schitteren schitteren: sjittere (Pey) een sterk, beweeglijk licht verspreiden zodat het pijn doet aan de ogen [schitteren, glariën] [N 91 (1982)] III-4-4
schoenen (mv.) schoenen (mv.): sjoon (Pey, ... ), hoage en lijeg sjoon  sjoon (Pey), hoeag sjoon-lieg sjoon  sjōn (Pey) Hoe noemt men de schoenen? Maakt men verschil tusschen hooge en lage schoenen? [DC 09 (1940)] III-1-3
schommel schokkel: sjôkkel (Pey, ... ), oe heel kort, g als in Garçon  sjoegəl (Pey, ... ) Hoe noemt men het hier afgebeelde kinderspeelgoed, bestaande uit een touw dat, aan een balk of een boom tak gebonden, in een bocht naar beneden hangt, waarin kinderen graag heen en weer zweven? [DC 19 (1951)] || Soms is in de bocht van het touw een plankje of een bak bevestigd, waarop of waarin het kind zit. Noemt men deze vorm van het speelgoed misschien met een andere naam als de onder a getekende? [DC 19 (1951)] III-3-2
schoondochter schoondochter: sjoandochter (Pey, ... ), sjoeəndochter (Pey) schoondochter [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonmoeder schoonmoeder: sjoanmoder (Pey, ... ), sjoanmooder (Pey, ... ), sjoeənmooder (Pey) schoonmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonouders schoonouders: sjoanaojers (Pey, ... ), sjoeənoajers (Pey) schoonouders [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonvader schoonvader: sjoanvader (Pey, ... ), sjoeənvaader (Pey), vaders: vaojers (Pey) schoonouders [DC 05 (1937)] || schoonvader [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonzoon schoonzoon: sjoanzoon (Pey, ... ), sjoeənzoon (Pey) schoonzoon [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonzuster schoonzuster: sjoanzöster (Pey), neen  sjoanzöster (Pey), oea = tweeklank  sjoeənzöster (Pey), zwegerse: swegerse (Pey), zwiegerse (Pey), zwèègese (Pey), neen  zwéëgerse (Pey) schoondochter [DC 05 (1937)] || schoonzuster; Bestaan er verschillende woorden voor de zuster van den man of de vrouw, en de vrouw van den broeder? [DC 05 (1937)] III-2-2