18041 |
jeuk |
jeuk:
jèùk (L381b Pey)
|
jeuk [N 07 (1961)]
III-1-2
|
24175 |
jong en kaal vogeltje |
kuikentje:
kuukske (L381b Pey)
|
een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
24176 |
jong en kaal vogeltje adj. |
kats:
katsj (L381b Pey),
katsje (L381b Pey),
katsjong:
katsjönk (L381b Pey)
|
een jonge vogel die nog niet kan vliegen (kakjong) [N 83 (1981)] || een vogel die nog gevoerd moet worden (kwèker) [N 83 (1981)] || nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
24338 |
jong van een dier |
bagge:
big
bak (L381b Pey),
jong:
jonk (L381b Pey),
klein beestje:
klèj bīèstjə (L381b Pey),
lammetje:
schaap
lémke (L381b Pey)
|
Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || klein beestje [DC 37 (1964)]
III-4-2
|
20159 |
jongen |
aankomeling:
12 à 15 jaar
aankummeling (L381b Pey),
jong:
jong (L381b Pey),
jŏng (L381b Pey),
jòng (L381b Pey, ...
L381b Pey,
L381b Pey)
|
(meisje;) Zijn er verschillende namen voor kinderen van verschillende leeftijden? [DC 05 (1937)] || jongen [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
jong:
jong (L381b Pey),
jòng (L381b Pey, ...
L381b Pey),
liefste:
leefste (L381b Pey, ...
L381b Pey),
vrijer:
vriejer (L381b Pey)
|
Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20380 |
jongen met wie men verloofd is |
aanstaande:
aanstoande (L381b Pey),
jong:
jòng (L381b Pey),
geen afzonderlijk woord bij verloving
jong (L381b Pey),
liefste:
geen afzonderlijk woord bij verloving
leefste (L381b Pey),
vrijer:
vriejer (L381b Pey)
|
(Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? [DC 05 (1937)] || Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20334 |
jongste kind |
scharlingetje:
sjerrəlingskə (L381b Pey)
|
Andere benaming van: wordt deze naam ook gebruikt voor het jongste kind (dat soms ook het zwakste is) van een groot gezin? [DC 25 (1954)]
III-2-2
|
18192 |
jurk |
kleed:
wēr zoelə dĕt klèjt gans moetə lŏsdōn iĕr wèr ⁄t koenə verangerə (L381b Pey)
|
Jurk. We zullen die jurk helemaal moeten lostornen voor we ’m kunnen veranderen. [DC 39 (1965)]
III-1-3
|
17602 |
kaak |
kaak:
kaak (L381b Pey, ...
L381b Pey,
L381b Pey),
kāk (L381b Pey),
kākə (L381b Pey),
kieuwen (uitsl. mv.):
kīĕvə (L381b Pey)
|
kaak [DC 02 (1932)] || Was er vroeger een ander woord bekend? Zo ja, welk? [DC 27 (1955)] || Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)]
III-1-1
|