21312 |
duits |
duits:
Dŭtsj (L387p Posterholt)
|
Duitsch [SGV (1914)]
III-3-1
|
23225 |
duivel |
duivel:
duuvel (L387p Posterholt)
|
De duivel [duvel, duuvel, deivel]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
22281 |
duivenclub |
duivenclub:
Sub DUIF.
doeveclub (L387p Posterholt)
|
[Duivenclub].
III-3-2
|
21965 |
duivenhok |
duiventil:
duvǝtel (L387p Posterholt),
duives:
Sub DUIF.
doeves (L387p Posterholt),
spijker:
sjpieker (L387p Posterholt),
Sub DUIF.
sjpieker (L387p Posterholt)
|
(duiven)til [SGV (1914)] || Duivenhok. || Duiventil. || Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker]
I-6, III-3-2
|
22090 |
duivenslag |
duivenslag:
Sub DUIF.
doevesjlaag (L387p Posterholt)
|
Duiventil.
III-3-2
|
24141 |
duivin, vrouwelijke duif |
wijfje:
wiefke (L387p Posterholt)
|
een vrouwelijke duif (duivinne, wijfje) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
18006 |
duizelig |
dol:
zo dòòl es ein kūūke (L387p Posterholt),
duizelig:
duuzelig (L387p Posterholt, ...
L387p Posterholt,
L387p Posterholt),
duuzelig zeen (L387p Posterholt),
dūūzelig (L387p Posterholt),
zat:
zaat (L387p Posterholt)
|
dol worden, iemand die lang heeft of is rondgedraaid [N 07 (1961)] || duizelig [SGV (1914)] || duizelig [locht, deuzig, duizig, dol, zat] [N 10a (1961)] || duizelig worden, iemand die een harde slag op zijn hoofd heeft gekregen [N 07 (1961)] || duizelig zijn [DC 60 (1985)] || Duizeling: draaierigheid, leeg gevoel in het hoofd (suizeling, duizeling, zwindel). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18008 |
duizeling, duizeligheid |
duizeligheid:
duuzeligheid (L387p Posterholt)
|
duizeligheid [DC 60 (1985)]
III-1-2
|
24312 |
duizendpoot |
duizendpoot:
WLD
doesjendpoot (L387p Posterholt)
|
duizendpoot [duuzendbeender, -been] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
20045 |
duizendschoon |
jonkertje:
juunkerkes (L387p Posterholt),
WLD \'= duizendschoon\'
juunkerke (L387p Posterholt, ...
L387p Posterholt)
|
duizendschoon (Dianthus barbatus L.) [N 92 (1982)]
III-2-1
|