33708 |
heizode los- en stukploegen |
breken:
brē̜kǝ (L387p Posterholt)
|
[N 27, 16]
I-8
|
33725 |
hek |
hek:
hɛk (L387p Posterholt)
|
Algemene benaming. [N 14, 62; S 13; L 1a-m; RND 8, 20; R I, 44; R I, 45; monogr.]
I-8
|
33726 |
hek aan de ingang van een wei |
varen:
vǭrǝ (L387p Posterholt)
|
In dit lemma zijn vooral de antwoorden ondergebracht van de vragen naar ø̄hek aan de ingang van een weiø̄ (N 14, 67), ø̄een (toegangs)hek, gevlochten van twijgen en opgehangen tussen twee stijlen, dat in een omheining is aangebracht of op een dam (in een sloot) is geplaatstø̄ (A 25, 5a), ø̄een hek, slag- of draaiboom op een doorgang naar akker of weide, of ter versperring van een weg in privaatbezitø̄ (L 19B, 6). [N 14, 67; A 25, 5a; L 19B, 6; Vld.; JG, 2c; monogr.]
I-8
|
19461 |
hek, hekwerk |
hek:
hek (L387p Posterholt),
tuin:
tōēn (L387p Posterholt)
|
Afscheiding of omheining uit staken, staven of palen (heining, grille, hekkens, hek) [N 79 (1979)] || hek [SGV (1914)]
III-2-1
|
23906 |
hel |
hel:
heil (L387p Posterholt)
|
De hel [hèl, höl]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
32039 |
hele gleufzwaluwstaart |
schuifzwalgenstaart:
šø̜jfšwalgǝštɛrt (L387p Posterholt),
zwalgenstaartverbinding:
šwalgǝštɛrt˲vǝrbenjeŋ (L387p Posterholt)
|
Haakse houtverbinding, waarbij het uiteinde van de ene plank zwaluwstaartvormig is bewerkt en past in een zwaluwstaartvormig bewerkte groef in de andere plank. De hele gleufzwaluwstaart wordt vooral als breedteverbinding toegepast bij planken en plaatmateriaal. Zie ook afb. 133. [N 54, 55b; N 54, 55g]
II-12
|
19915 |
hemel |
hemel:
he.məl (L387p Posterholt),
heemel (L387p Posterholt),
heemöl (L387p Posterholt)
|
De hemel [himmel, heemel]. [N 96D (1989)] || hemel [RND], [SGV (1914)]
III-3-3
|
23241 |
hemelvaartsdag |
hemelvaart:
heemelvaart (L387p Posterholt)
|
Hemelvaart, Hemelvaartsdag [Hiemelvaart, Himmelvaatsdag, Himmelvaat, Kriste hiemmelvaat]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
34474 |
hen met kuikens |
broek:
bruk (L387p Posterholt)
|
Kip die rondloopt met kuikens. Zie afbeelding 9. [A 6, 1c; A 28, add.; L 22, 22; Gwn 5, 15 add.; NE II, 11; L B2, 320; R 3, 40; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.]
I-12
|
19511 |
hengsel |
hengel:
hengel (L387p Posterholt)
|
hengsel [SGV (1914)]
III-2-1
|