30417 |
laddertrap |
open trap:
ǭpǝ trap (L387p Posterholt)
|
Rechte trap zonder stootborden. De laddertrap bestaat uit twee bomen waarin de treden worden ingelaten. De treden worden door de bomen heen vastgespijkerd. Soms wordt het achtervlak van de trap van een houten beschieting voorzien. De trap dient vooral als tuin-, veranda- of keldertrap en is doorgaans steiler dan de gewone trap met stootborden. [N 55, 133]
II-9
|
27367 |
laden |
laden:
lāǝ (L387p Posterholt)
|
De kar laden. Vergelijk ook WLD I, afl. 4, p. 84 ev [JG 1a, 1b; L 37, 14; Wi 33, 39; add. bij N 18]
I-10
|
18304 |
lage herenschoen, molière |
lage schoen:
leeg sjoon (L387p Posterholt),
molire (fr.):
Als de voorschaft over de achterschaft genaaid is.
molère (L387p Posterholt)
|
herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)] || Hoe noemt u in het algemeen een lage herenschoen met vetersluiting (moliäre?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
32447 |
lage klomp |
lage klomp:
lēgǝ [klomp] (L387p Posterholt)
|
Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.]
II-12
|
18377 |
lage klomp? |
lage klomp:
leege kloomp (L387p Posterholt)
|
klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33702 |
lage, natte plekken in moeras |
zomp:
zōmp (L387p Posterholt)
|
De lager gelegen delen in een moeras waarin steeds water staat. [N 27, 21b]
I-8
|
33680 |
lage, natte zandgrond |
zure grond:
zūrǝ grōnjtj (L387p Posterholt)
|
[N 27, 35; R 3, 5]
I-8
|
30601 |
lak |
lak:
lak (L387p Posterholt)
|
Verf die is samengesteld uit vernis, standolie, terpentijn en zuivere verfstoffen. Zie ook het lemma ɛlakɛ in wld II.9, pag. 191.' [N 56, 50b; monogr.]
II-12
|
18351 |
lakschoen |
lakschoen:
laksjoon (L387p Posterholt)
|
lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18147 |
lam |
lam:
lamp (L387p Posterholt),
lām (L387p Posterholt),
lammetje:
lɛmkǝ (L387p Posterholt),
lɛmpkǝ (L387p Posterholt),
schaapje:
šø̜pkǝ (L387p Posterholt)
|
Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.]
I-12
|