18908 |
prutser |
onhandige, een -:
òònhenjige (L387p Posterholt),
sukkelaar:
sŭkkelièr (L387p Posterholt)
|
iemand die onhandig is [kavveleuter, boerenklos, klos] [N 85 (1981)] || sukkelaar [SGV (1914)]
III-1-4
|
18930 |
prutswerk |
gepruts:
gepruts (L387p Posterholt),
prutswerk:
prutswerk (L387p Posterholt)
|
slordig, slecht werk [geprös, kloterij, gekwansel, troddel] [N 85 (1981)] || werk dat ondeugdelijk of ondegelijk is [getotter, prutswerk, kleuterwerk, kutselwerk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20578 |
pruttelen |
lurken:
lurke (L387p Posterholt)
|
Hoe noemt U: Snurkende geluiden maken, gezegd van een pijp (smierken, lurken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20311 |
puber |
jongere:
jongere (L387p Posterholt),
puber:
puber (L387p Posterholt),
scheuteling:
sjeuteling (L387p Posterholt)
|
iemand van jeugdige leeftijd (jongere) [N 102 (1998)] || puber; iemand tussen 15 en 18 jaar, in de levensperiode waarin de geslachtsrijpheid optreedt en zichzelf ontwikkelt, tevens periode van geestelijke rijping [puber, aankomeling] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
20651 |
pudding |
podding:
boeding (L387p Posterholt),
pudding:
pudding (L387p Posterholt)
|
Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18110 |
puistjes |
brobbeltjes:
brubbelkes (L387p Posterholt)
|
puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18693 |
pullover |
pullover:
pulover (L387p Posterholt)
|
pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
21479 |
punaise |
punaise (fr.):
punnaes (L387p Posterholt)
|
een klein metalen stiftje met grote platte kop voor het vastzetten van tekeningen etc. [tetske, punaise] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
25014 |
punt, stip |
punt:
puntj (L387p Posterholt),
pŭntj (L387p Posterholt)
|
een zeer klein rond teken, een punt [stip, tikske] [N 91 (1982)] || punt [SGV (1914)]
III-4-4
|
17594 |
pupil |
pupil:
pupil (L387p Posterholt, ...
L387p Posterholt)
|
Iris: het gekleurde gedeelte van het oog waarin zich de pupil bevindt. [N 84 (1981)] || Pupil: het donkere gedeelte van het oog dat wijder of nauwer wordt naarmate er meer of minder licht in valt. [N 84 (1981)]
III-1-1
|