e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sterven van een plant verdorren: verdòre (Posterholt) sterven van een plant [N 38 (1971)] III-4-3
stervensgebed gebed voor de stervende: gebed veur de sjtervende (Posterholt) Een gebed voor een stervende, "stervensgebed"[sjtervejebed]. [N 96D (1989)] III-3-3
steun stijp: štip (Posterholt) Het houten balkje dat de grote balk steunt. [N 57A, 4.5; N 57, 9 add.] II-2
steunlijst fries: frīs (Posterholt), friesplank: frīsplaŋk (Posterholt) Lijst die bevestigd is aan de onderzijde van de vensterbank van een vensterkozijn. Zie ook afb. 57f. [N 55, 44d] II-9
stevig, gezegd van voedsel flink: flink (Posterholt), goed: good (Posterholt) stevig, gezegd van voedsel (straf) [N 91 (1982)] III-2-3
stiekem achterrugs: achterrŭks (Posterholt), geniepig: geniepig (Posterholt), lopentig: lōēpetig (Posterholt), slinks: sjlinks (Posterholt), stiekem: stiekem (Posterholt), stiekkem (Posterholt) achterbaks [SGV (1914)] || boosaardige streken in het geheim bedrijvend [heimelijk, geniepig, gniep, stiekem] [N 85 (1981)] || geniepig [SGV (1914)] || heimelijk, stiekem, in het geniep [stilles] [N 07 (1961)] || niet laten blijken dat iets bekend is of plaats vindt, in het geheim dingen doend [stiekem, heimelijk, tersmuiks] [N 85 (1981)] || oneerlijk, achterbakse slinkse streken [linken, slenters, slingers, slenders, list, draaiers] [N 85 (1981)] III-1-4
stiekem eten pitsen: pitsje (Posterholt) stiekem eten; Hoe noemt U: Steeds weer stiekem eten (knaffelen, knaspelen) [N 80 (1980)] III-2-3
stier duur: dȳǝr (Posterholt), stier: štīr (Posterholt), var: vɛr (Posterholt) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11
stijf van vingers en handen stijf: sjtief (Posterholt) stijf, van vingers en handen gezegd [scheef] [N 10 (1961)] III-1-2
stijfkop stijfkop: sjtiefkop (Posterholt) iemand die zeer koppig is, die niet graag ongelijk toegeeft [stijfkop, werskop, stijloor, strekel] [N 85 (1981)] III-1-4